EHBO - 1. ongeval

EHBO - 1. ongeval
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
GASVBuitengewoon secundair onderwijs

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

EHBO - 1. ongeval

Slide 1 - Diapositive

Heb je al eens een ongeval gezien?

Slide 2 - Question ouverte

Wat was er toen gebeurd?

Slide 3 - Question ouverte

Elke noodsituatie is anders
--> kan je telkens opnieuw doorlopen

Slide 4 - Diapositive

1. Veiligheid

Slide 5 - Diapositive

Oefening

Slide 6 - Diapositive

2. Vraag wat er gebeurd is
  • Ga na wat er mis is



  • Controleer het bewustzijn 

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Luchtweg openen + ademhaling controleren

Zie p. 7+8 

Slide 9 - Diapositive

Hoe weet je dat iemand ademt?

Slide 10 - Question ouverte

Hoe weet je dat iemand ademt?
  • Kijk naar borstkas. 


  • Luister aan mond en neus

  • Voel met je wang 

Slide 11 - Diapositive

p. 9

Slide 12 - Diapositive

Stabiele zijligging
p. 10-11 

Oefen daarna de stabiele zijligging

Slide 13 - Diapositive

3. Verwittig hulp
  • Zeg wie je bent. 
  • Leg uit WAAR de hulpdiensten verwacht worden. 
  • Vertel WAT er gebeurd is. 
  • Vertel WIE de slachtoffers zijn.  

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

4. Verleen verdere eerst hulp
  • Weet je zeker dat de situatie veilig is? 
  • Heb je het bewustzijn en de ademhaling gecontroleerd? 
  • Heb je zo nodig de Noodcentrale 112 gealarmeerd? 

Slide 16 - Diapositive

p. 16

Slide 17 - Diapositive

Bedenk een krantentitel voor het artikel.

Slide 18 - Question ouverte

Wat doe je eerst wanneer je een ongeval ziet?
A
Eerste hulp bieden.
B
Vragen wat er gebeurd is.
C
Voor veiligheid zorgen.
D
Hulpdiensten verwittigen.

Slide 19 - Quiz

Verplaats je een slachtoffer best?
A
Ja
B
Nee

Slide 20 - Quiz

Wanneer een slachtoffer nog reageert, is het dan bewusteloos?
A
Ja
B
Nee

Slide 21 - Quiz

Wat moet je doen wanneer een slachtoffer nog reageert?
A
Vragen stellen
B
De stabiele zijligging
C
De luchtweg openen

Slide 22 - Quiz

Wanneer doe je de stabiele zijligging?
A
Bij een bewust slachtoffer.
B
Bij een bewusteloos slachtoffer dat niet meer ademt.
C
Bij een bewusteloos slachtoffer dat nog ademt.

Slide 23 - Quiz