Hoofdstuk 5: Eerste hulp bij overige letsels

Hoofdstuk 5 
Eerste hulp bij overige letsels
1 / 39
suivant
Slide 1: Diapositive
EHBOMiddelbare schoolvmbo b, k, tLeerjaar 4

Cette leçon contient 39 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

Hoofdstuk 5 
Eerste hulp bij overige letsels

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Doelstellingen
Aan het eind van dit hoofdstuk weet je:
• hoe je eerste hulp verleent bij verschillende soorten wonden;
• wat tetanus betekent en hoe je dit kunt voorkomen;
• welke soorten verbanden er zijn;
• het verschil tussen een kneuzing en verstuiking;
• hoe te handelen bij een botbreuk;
• welke eerste hulp je verleent bij een bloedneus en een vuiltje in het oog.


Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wonden
Er is sprake van pijn.
De huid is beschadigd.
Er is bloedverlies zichtbaar.
Kleine wonden kun je meestal goed zelf verzorgen
- een snijwondje
- schaafwond
- een wond door een splinter
Blijf de wond bloeden? Bel dan altijd de huisarts!!


Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Snijwond
Brandwond
Schaafwond
Bijtwond
kleine wond
Grote wond

Slide 5 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Wanneer moet een slachtoffer met een wond naar de huisarts?

  • Bij een vervuilde wond, erg diepe of grote wond
  • wond is niet schoon te krijgen;
  • wonden in het gezicht, aan ogen of geslachtsdelen;
  • wond is ontstaan door een beet; steek of vuil voorwerp
  • er botten, spieren of andere onderhuidse weefsels te zien zijn;
  • er voorwerpen vastzitten in de wond;
  • de wond niet geneest;
  • de vaccinatie tegen tetanus langer dan 10 jaar geleden is

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wanneer moet iemand een herhaalprik voor tetanus bij een wond. Meerdere antwoorden zijn mogelijk.
A
Als de laatste prik langer dan 10 jaar geleden is en patiënt is volledig ge vaccineerd
B
Als de prik langer dan 15 jaar geleden is en patiënt is volledig gevaccineerd.
C
Als het om een open wond gaat die mogelijk in contact is geweest met straatvuil
D
Bij oppervlakkige schaafwonden.

Slide 9 - Quiz

ook met diepe prikwonden, of beten of bij brandwonden 2e en 3e graads word het aangeraden. 
Wat zijn de symptomen bij een tetanus infectie?
A
Hoofdpijn, koorts, later verkramping spieren en ademhalingsproblemen
B
Jeuk over het hele lichaam
C
Misselijkheid en braken
D
Geheugenproblemen

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Iemand krijgt een tetanus injectie.
Wat is tetanus?
A
Een virus die je kan oplopen door een verkoudheid.
B
Een bacterie die je kan oplopen door straatvuil.
C
Een bacterie die je kan oplopen door bloedcontact.
D
Een virus die je kan oplopen door een bacterie in een wond.

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Brandwonden
Hoe behandel je brandwonden??

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Brandwonden
1e graads
2e graads
3e graads
Pijnlijk, rood, droog
Pijnlijk, rood, nat, blaren
Niet pijnlijk, wit of zwart, droog, 

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Is deze brandwond
A
1e graads?
B
2e graads?
C
3e graads?
D
Dit is geen brandwond maar zonnebrand

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Dit is een.......................... brandwond
A
eerste graads
B
tweede graads
C
derde graads
D
vierde graads

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat moet je doen met iemand die brandwonden heeft?
A
Het slachtoffer in een blusdeken wikkelen.
B
Niets doen en wachten op hulp.
C
Even koelen met water en dan warm inpakken.
D
Direct onder lauw water koelen.

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 18 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Maak een powerpoint over brandwonden 
Wat zijn brandwonden? 
Welke brandwonden zijn er? 
Geef per brandwond aan wat de kenmerken zijn. 
Welke  EHBO handeling verricht je bij brandwonden? 

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Eerste hulp:
Kleine wond, splinter, grote wond en bij brandwond.

Nu gaan we oefenen


Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kneuzing en verzwikking
Beschadiging zonder scheuren of breuken.


Kneuzing in gewricht

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe lang moet je koelen bij een kneuzing?
A
10 minuten
B
15 minuten
C
5 minuten
D
Je hoeft niet te koelen

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat doe je NIET bij een kneuzing?
A
drukverband
B
been omhoog houden
C
in het gips
D
koelen

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een kneuzing en een verstuiking is hetzelfde
A
Waar
B
Niet waar

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zie je bij een kneuzing?
A
Een zwelling en de huid kleurt rood
B
Geen zwelling, het slachtoffer heeft veel pijn
C
Geen zwelling, de huid kleurt blauw
D
Meestal blauw, een zwelling van de huid.

Slide 26 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Aanleggen drukverband
Ander woord: steunverband
Doel:
  • steun bieden bij een verstuiking
  • druk bieden bij een kneuzing


Nu gaan we oefenen

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

EHBO Botbreuk
Wat doe je bij een botbreuk?

  1. Laat het slachtoffer niet onnodig bewegen.
  2. Zet een ledemaat nooit weer recht.
  3. Dek een huidwond losjes af.
  4. Bel 112 bij: Breuken of ontwrichtingen van het been, de heup en de bekken.
  5. Neem contact op met huisarts bij letsel aan de hand, arm, schouder, knie of voet.
https://schooltv.nl/video/ehbo-botbreuk/#q=botbreuk

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Een van de veelvoorkomende blessures aan je botten zijn botbreuken. Je ziet hier een botbreuk bij een wielrenner. Welk bot is hier gebroken?
A
Opperarmbeen
B
Sleutelbeen
C
Schouderblad
D
Rib

Slide 30 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom wordt bij een botbreuk een gipsverband aangelegd?
A
Om de bothelften in de goede stand te houden
B
Om inwendige bloedingen tegen te gaan
C
Om de pijn te verminderen

Slide 31 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het verschil tussen een open en gesloten botbreuk?
A
niets, ziet er hetzelfde uit
B
bij open steekt er een gedeelte van het bot uit
C
bij open kun je nog gewoon lopen
D
bij open herstelt het vanzelf

Slide 33 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 35 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat moet je voorkomen bij oogletsel?
A
Dat mensen gaan huilen
B
Wrijven in het oog
C
Dat hun lenzen uitvallen
D
Dat ze een veiligheidsbril dragen

Slide 36 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 37 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 38 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

 Bloedneus!

Slide 39 - Diapositive

Bekijk samen de inhoud van de EHBO-koffertjes. Wat zit er allemaal in? Zitten er pleisters in? Zit er een verbandje in? Een schaar? Een pincet? Waar gebruik je dat allemaal voor? Veel gaan we in deze lessen leren.