Les 1 werken deel 1/2

• Burgerschap
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 3

Werk

Les 1 - werken 

deel 1 

Lesplanning 

1. Lesplanning

2. Leerdoelen

3. start opdracht maken 

4. Opdracht 1 

5. Lesdoelen nabespreken 

Les doelen

Leerdoelen: 

• Aan het einde van de les kun jij 5 dingen opnoemen die met werken te maken hebben. 
  
  
• Aan het einde van de les kun jij jouw rede vertellen waarom jij later wilt gaan werken. 

Startopdracht

Werk ik tweetallen

Bespreek met elkaar de tekening. 

Schrijf 5 dingen op die te maken hebben met werk. 

5 min

Waarom wordt ervan je verwacht dat je later gaan werken?

Werken 

Lees de theorie van blz. 134 

Wat voor werk je wilt gaan doen, hangt af van wat je leuk vindt en waar je goed in bent.

Opdracht 1

Blz 135 / 136

Werk zelfstandig in stilte 

Geef antwoord in Lessonup. 

Stellingen

Lees de stelling en geef antwoord met

mee eens /  mee oneens

Denk na waarom je voor dit antwoord kiest. 

Een argument is een uitleg waarom je iets vindt. 

Het kunnen uitleggen waarom je iets vindt is belangrijk. 

Wat vind jij belangrijk aan werk?

Als ik geen geld nodig zou hebben, dan zou ik niet gaan werken

Mee eens

Mee oneens

Ik vind vrije tijd belangrijker dan werken

Mee eens

Mee oneens

Ik zou mij nutteloos voelen als ik geen werk had.

Mee eens

Mee oneens

Lesdoelen nabespreken

Leerdoelen: 

• 5 voorbeelden wat er allemaal bij werken komt kijken.
  
  
• Vertel tegen je buurman/vrouw wat jij belangrijk vind aan werken. 

Werk 

Les 1 - werken 

deel 2 

Lesplanning 

1. Lesplanning
2. Terugblik vorige les
3. Leerdoelen
4. Interview klasgenoot   
5. Lesdoelen nabespreken 

Terugblik vorige les 

Bedenk in een tweetal 3 redenen waarom mensen gaan werken. 

Waar werken goed voor is..

Er zijn veel redenen om te gaan werken

• We hebben geld nodig
• De samenleving moet blijven draaien
• Mensen vinden het prettig om mee te doen in de samenleving. 
• Door te werken blijven wij steeds nieuwe dingen leren. 

Lesdoelen

Leerdoelen: 

• Je kunt aan het einde van de les in je eigen woorden uitleggen wat het begrippen werkgever/ werknemer betekenen. 
  
  
• Je werkt tijdens deze les aan je luister / samenwerkvaardigheden.  

Werknemer / werkgever

Lees de theorie op blz 158

Werknemer - iemand die bij een bedrijf of organisatie werkt. 

Werkgever - Het bedrijf of organisatie waarvoor je werkt.

Stagelopen - bij een bedrijf leren wat werken inhoudt en hoe het is om bij een bedrijf te werken. 

Opdracht 3 

Werk in tweetallen

Lees de interview vragen.

Interview elkaar en schrijf de antwoorden op papier. 

Wissel na 8 minuten. 

Deel de tips in Lessonup

Tips over stage lopen?

Lesdoelen nabespreken

Leerdoelen:

Denk na en leg je antwoord uit. 

Is meneer Roth een werkgever of werknemen? 

Hoe was het om te luisteren naar de antwoorden van de gene die je interviewde. Is het gelukt om goed te luisteren?