2.1 Brandstoffen verbranden

De verbrandingswarmte van biogas is 21 MJ/m3. Hoeveel verbrandingswarmte zit er in 12,5 m3 biogas?
A
263 MJ
B
263 kJ
C
1,68 MJ
D
1,68 kJ
1 / 17
suivant
Slide 1: Quiz
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 4

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 20 min

Éléments de cette leçon

De verbrandingswarmte van biogas is 21 MJ/m3. Hoeveel verbrandingswarmte zit er in 12,5 m3 biogas?
A
263 MJ
B
263 kJ
C
1,68 MJ
D
1,68 kJ

Slide 1 - Quiz

2.1 Brandstoffen verbranden
  • Je kunt benoemen dat de energie die in een brandstof zit chemische energie is.
  • Je kunt de verbrandingswarmte berekenen die vrijkomt bij het verbranden van een hoeveelheid brandstof.
  • Je kunt een reactieschema opstellen voor de volledige verbranding van een aardgas.
  • Je kunt verschillen benoemen tussen volledige en onvolledige verbranding.
  • Je kunt beschrijven hoe je met een gasbrander werkt.
  • + Je kunt beschrijven welke voordelen en nadelen er zijn bij het gebruik van aardgas uit de bodem onder Groningen.

Slide 2 - Diapositive

Verbrandingswarmte
  • Er zijn verschillende soorten brandstoffen: vaste brandstoffen zoals hout, vloeibare zoals stookolie en gasvormige zoals aardgas. 
  • Een brandstof bevat chemische energie. Die energie kun je omzetten in warmte door de brandstof te verbranden.
  • Elke brandstof heeft zijn eigen verbrandingswarmte. Dat is de hoeveelheid warmte die een bepaalde hoeveelheid brandstof kan leveren. De verbrandingswarmte van aardgas is bijvoorbeeld 32 MJ/m3. Dat betekent dat er 32 miljoen joule warmte vrijkomt als je 1 kubieke meter aardgas verbrandt.

Slide 3 - Diapositive

Verbrandings
warmte

  • Voor de verbrandingswarmte worden verschillende eenheden gebruikt. De verbrandingswarmte van vaste brandstoffen meet je in megajoule per kg (MJ/kg), die van vloeistoffen in megajoule per liter (MJ/L) en die van gassen in megajoule per kubieke meter (MJ/m3). 

Slide 4 - Diapositive

Verbrandingswarmte is
A
De hoeveelheid warmte Q die vrij komt per kg
B
Hoeveelheid water die vrijkomt bij warmte
C
Hoe warmte stroomt door de kamer
D
De verbranding van warmte

Slide 5 - Quiz

Wat is de verbrandingswarmte van hout
A
16 000 J/g
B
29 000 J/g
C
16 000 J.g
D
29 000 J.g

Slide 6 - Quiz

Zoek op in BINAS tabel 19:
Wat is de verbrandingswarmte van benzine?

Slide 7 - Question ouverte

Aardgas verbranden
  • Aardgas is een mengsel van verschillende gassen. De belangrijkste bestanddelen zijn methaan (circa 80%) en stikstof (circa 14%).
  • Als je aardgas mengt met lucht en aansteekt, verbrandt het methaan in het aardgas De stikstof reageert niet. Als de hoeveelheid lucht groot genoeg is, verbrandt het methaan volledig. Daarbij ontstaan koolstofdioxide en waterdamp. 
  • Het reactieschema is: methaan + zuurstof → koolstofdioxide + water
  • Koolstofdioxide en waterdamp zie en ruik je niet. Je kunt deze gassen aantonen met behulp van kalkwater en wit kopersulfaat. Kalkwater ziet eruit als gewoon water, maar het wordt troebel als je er koolstofdioxidegas doorheen leidt. Wit kopersulfaat kleurt blauw als het in contact komt met waterdamp.

Slide 8 - Diapositive

Een gas kachel verbruikt in een maand 42 m3 gas.
Hoeveel verbrandingswarmte komt hierbij vrij.
(de verbrandingswarmte van aardgas is 32 MJ/m3 )

Slide 9 - Question ouverte

Volledige en Onvolledige verbranding
  • Bij volledige verbranding is er genoeg zuurstof
  • Bij onvolledige verbranding is er te weinig zuurstof
  • Bij onvolledige verbranding ontstaat roet.

Slide 10 - Diapositive

Onvolledige verbranding
Volledige verbranding
 - koolstofdioxide
onvolledige verbranding
- koolstofmonooxide
  • giftig 
  • geurloos
  • kleurloos

Slide 11 - Diapositive

Voll
Volledige verbranding
Onvolledige verbranding
Bij een onvolledige verbranding
is er te weinig zuurstof.

Slide 12 - Diapositive

Volledige verbranding
A
brandstof + zuurstof --> koolstofmonoxide + water
B
brandstof + koolstofdioxide--> zuurstof + water
C
zuurstof + brandstof --> water + koolstofdioxide
D
brandstof + zuurstof --> koolstofdioxide + roet

Slide 13 - Quiz

Wat is een gevaar bij onvolledige verbranding?
A
Koolstofdioxide
B
Koolstofmonoxide
C
Stikstofdioxide
D
Stikstofmonoxide

Slide 14 - Quiz

Wat is een voorbeeld van een onvolledige verbranding
A
B
C
D

Slide 15 - Quiz

Wat is waar over volledige verbranding?
A
Een gele vlam betekent volledige verbranding
B
Bij volledige verbranding kan koolstofmonoxide vrijkomen
C
Een vlam met volledige verbranding maakt geen roet
D
Volledige verbranding bestaat helemaal niet

Slide 16 - Quiz

In sommige gevallen krijg je een onvolledige verbranding.
Wanneer krijg je een onvolledige verbranding?

A
Als de temperatuur te laag is.
B
Als er te weinig brandstof is.
C
Als er te weinig warmte kan ontsnappen.
D
Als er te weinig zuurstof is.

Slide 17 - Quiz