5.1 en 5.2 Balans-mutatiebalans-resultatenrekening

Balans
'Een overzicht van alle bezittingen (links op balans= "debet") en het vermogen (rechts op balans= credit) van een bedrijf op een bepaald tijdstip'. 
OFTEWEL:
'Een overzicht van alle activa (vaste-, vlottende-, en liquide-) links op balans en al het vermogen (eigen en vreemd vermogen) waarmee die activa gefinancieerd zijn rechts op de balans'
 


1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 19 diapositives, avec diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Balans
'Een overzicht van alle bezittingen (links op balans= "debet") en het vermogen (rechts op balans= credit) van een bedrijf op een bepaald tijdstip'. 
OFTEWEL:
'Een overzicht van alle activa (vaste-, vlottende-, en liquide-) links op balans en al het vermogen (eigen en vreemd vermogen) waarmee die activa gefinancieerd zijn rechts op de balans'
 


Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

Balansposten
Alle "punten" op een balans noem je dus balansposten. Check volgende dia voor een voorbeeld van een balans met daarop de verschillende balansposten....

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

EV= Bezittingen - schulden
Kijk nog eens naar de vorige voorbeeldbalans en leg uit waarom je Eigen Vermogen gelijk is aan:

"Bezittingen min schulden"

Slide 5 - Diapositive

Mutatiebalansen
Zoals je hebt gezien gaan er balansposten veranderen 

Als Den elke x de balans zou moeten aanpassen --> dat is veel schrijfwerk!!

Daarom mutatiebalansen: geeft alleen aan welke balansposten veranderen en met hoeveel

Wat betekent 'mutatie'? --> verandering

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Vidéo

Mutatiebalans; 'debiteuren'
Debiteuren: klanten die nog geld moeten betalen (rekening nog betalen)
Als er staat: 'klanten betalen op rekening' betekent het ook dat ze nog moeten betalen = debiteuren

Het behoort bij vlottende activa --> vaak moeten klanten wel binnen 1 jaar betalen

Als je dus iets verkoopt, neemt OF je kas toe, OF je bank OF je debiteuren! (en je voorraad neemt af...)

Slide 8 - Diapositive

Mutatiebalans; 'crediteuren'
Crediteuren: Iemand/ bedrijf dat nog geld van jou tegoed heeft. Dus dat zijn rekeningen die JIJ nog moet betalen aan een ander (bedrijf) en dus een schuld.
Als er staat: 'Je betaalt op rekening' betekent het ook dat je nog moet betalen = Crediteuren

Het behoort bij vlottende passiva --> vaak moet je wel binnen een korte termijn (maand ofzo?)  betalen

Waarom staat het aan de debetzijde (bezittingen)? 

Slide 9 - Diapositive

Je ziet: bij het opstellen van een mutatiebalans gebeurt per saldo hetzelfde aan de linker kant (debet) als aan de rechterkant (credit)!!!
Soms gebeurt er links EN rechts op mutatiebalans wat, soms alleen aan 1 kant!! Saldo wel altijd hetzelfde!!
Bijvoorbeeld: Je koopt voor €5.500 een voorraad kleding in voor je winkel en je betaalt per bank:  
 
Voorraad
+ € 5.500
Bank
- €  5.500
saldo
               0
saldo
           0

Slide 10 - Diapositive

Dus: Je koopt voor €5.500 een voorraad kleding in voor je winkel en je betaalt op rekening:  
 
Voorraad
+ € 5.500
Crediteuren
+ € 5.500
saldo
+ € 5.500
saldo
+ € 5.500
Je had de kleding ook op rekening kunnen kopen. Dan zie je wel rechts EN links iets gebeuren:

Slide 11 - Diapositive

Mutatiebalans: hoe te doen bij 'winst'
Stel een bedrijf verkoopt op 7 dec 2019 een auto €14.500. Die auto was ingekocht voor €12.000. De klant betaalde per bank. 
                          

                                   

Dus: winst vergroot het Eigen Vermogen!
Bank
+ €14.500
EV
+ €2.500
voorraad
- € 12.000
saldo
+ € 2.500
saldo
+  €2.500

Slide 12 - Diapositive

Mutatiebalans: hoe te doen bij 'kosten'
Stel je betaalt per bank de maandelijkse huur van je winkelpand: €2.600 
                          

                                   

Dus: KOSTEN verkleinen het Eigen Vermogen!
Bank
- €2.600
EV
- €2.600
saldo
- €2.600
saldo
- €2.600

Slide 13 - Diapositive

Mutatiebalans; Lening
Over een lening moet je RENTE betalen 
Maar je moet de lening ook in delen terugbetalen: AFLOSSING
  • Rente zijn 'kosten' die je extra moet betalen op een lening (kredietkosten -> "lenen kost geld") en dus je winst en eigen vermogen laten dalen
  • Aflossing is het terugbetalen van je lening > dit zijn geen 'kosten'! En laat dus niet je eigen vermogen dalen, maar maakt wel het vreemd vermogen ("de lening") kleiner

Slide 14 - Diapositive

Voorbeeld mutatiebalans; Lening (rentebetaling)
Je hebt een lening bij de bank van €6000. De (jaarlijkse) rente bedraagt 4%.
Je betaalt de rente (per bank) voor de maand december. Zet in mutatiebalans.
Bereken 4% van 6000= €240 --> :12= €20 (p maand)




  
Bank
- €20
EV
- €20
saldo
- €20
saldo
- €20

Slide 15 - Diapositive

Voorbeeld mutatiebalans; Lening (aflossing)
Voor diezelfde lening bij de bank (€6.000) los je €2.500 af. Je betaalt weer per bank. Zet in mutatiebalans.





  
Bank
- €2.500
VV (4%lening)
- €2.500
saldo
- €2.500
saldo
- €2.500

Slide 16 - Diapositive

Voorbeeld mutatiebalans; Lening (aflossing + rentebetaling)
Stel dat je voorgaande 2 betalingen voor die lening op dezelfde datum had gedaan: de rentebetaling van €20 en de aflossing van €2.500. Hoe verwerk je dat in een mutatiebalans?:





  
Bank
- €2.520
VV (4%lening)
- €2.500
EV
-      €20
saldo
- €2.520
saldo
- €2.520

Slide 17 - Diapositive

Resulatenrekening
Een resultatenrekening laat zien wat het resultaat (winst of verlies) is in een bepaalde periode. We noemen dat een stroomgrootheid.
(Dus niet zoals een balans: Dat is een momentopname en daarom een voorraadgrootheid)

Je ziet dus op een resultatenrekening dus alle OPBRENGSTEN van het bedrijf en alle KOSTEN
check volgende filmpje en weet dat je de omzet en de kosten ook weer links en rechts zou kunnen zetten in plaats van onder elkaar

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Vidéo