Paragraaf 8.2 pH berekenen van basen

pH berekenen van basen
Je leert dat:
De pOH van een oplosing bereken je met pOH=-log[OH-]

Bij gegeven pOH bereken je de [OH-] met [OH-]=

Het verband tussen pH en pOH is:  pH+pOH=14
10pOH
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

pH berekenen van basen
Je leert dat:
De pOH van een oplosing bereken je met pOH=-log[OH-]

Bij gegeven pOH bereken je de [OH-] met [OH-]=

Het verband tussen pH en pOH is:  pH+pOH=14
10pOH

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

In een basische oplossing bevinden zich altijd ........ ionen
A
H+ionen
B
OHionen

Slide 3 - Quiz

De formule van een oxide-ion is ...
A
OH
B
CO32
C
O2
D
HCO3

Slide 4 - Quiz

De formule van een hydroxide-ion is ...
A
OH
B
CO32
C
O2
D
HCO3

Slide 5 - Quiz

Basische oplossingen hebben een...
A
pH < 7
B
pH > 7
C
pH = 7

Slide 6 - Quiz

De formule van fosforzuur is...
A
H2SO4
B
H3PO4
C
HNO3
D
CH3COOH

Slide 7 - Quiz

bijvoorbeeld
een oplossing bevat 0,10 mol/L OH-, wat is de pH?
  1. je hebt de [OH-] concentratie in mol/L
  2. Daarmee reken je de pOH uit (-log 0,10=1,00)
  3. je wil de pH weten
  4. reken de pH uit met 14-pOH = pH
Het antwoord is: 14,00 - 1,00 = 13,00

Slide 8 - Diapositive

pH + pOH = 14
de pH zegt iets over de H3O+ concentratie
de pOH zegt iets over de OH- concentratie
Bij pH = 7 is de pOH ook 7! Samen zijn ze altijd 14.

Slide 9 - Diapositive


Wat is de pH van een oplossing 
met 5.2*10-3 mol/L opgelost Ba(OH)2 ?
A
pH = -log (5.2*10-3) = 2,28
B
pH = -log (2x5.2*10-3) = 1,98
C
pH =14 - 1,98 = 12,02
D
pH = 14 - 5,2 = 8,8

Slide 10 - Quiz

uitgelegd: Wat is de pH van een oplossing
met 5.2*10-3 mol/L opgelost Ba(OH)2 ?
Ba(OH)2  is een zout en lost goed op:     Ba(OH)2 --> Ba2+ + 2 OH-
molverhouding is                                          1          :           1      :     2
  • De Ba(OH)2 concentratie 5.2*10-3 mol/L 
  • Ba(OH)2 : OH- = 1:2 ; dus de [OH-]  is 2 x 5.2*10-3 mol/L = 10,4*10-3 M
  • Met OH- in mol/L kun je nu de pOH uitrekenen: 
  • pOH = - log (10,4*10-3) = 1,98 
  • Je wil echter de pH weten, en de pH = 14,00 - 1,98 = 12,02

Slide 11 - Diapositive

In een oplossing van 250 mL zit 0,020 mol KOH. Wat is de pH?
A
pH = - log (0,020/0,250) = 1,10
B
pOH = - log (0,020/0,250) = 1,10
C
pOH=-log (0,020/0,250) = 1,10 pH = 14,00 - 1,10 = 12,90
D
geen van de antwoorden klopt

Slide 12 - Quiz

uitgelegd: In een oplossing van 250 mL zit 0,020 mol KOH. Wat is de pH?
KOH  is een zout en lost goed op:     KOH --> K+ + OH-
molverhouding is    1     :      1      :    1            
  • De KOH en dus ook de OH- concentratie  is 0.020 mol/0,250 L 
  • Omrekenen naar mol/L; dus [OH-] is 0,020/0,250 = 0,080 mol/L
  • Met OH- in mol/L kun je nu de pOH uitrekenen: 
  • pOH = - log (0,080) = 1,10 
  • Je wil echter de pH weten, en de pH = 14,00 - 1,10 = 12,90
Binas45A
In Binas45A staat de oplosbaarheid van veel zouten
ook de ladingen van veel ionen staan hier

Slide 13 - Diapositive

een base reageert met een zuur door...
A
OH- te worden
B
OH- op te nemen
C
H2O te worden
D
H+ op te nemen

Slide 14 - Quiz