Duits gram werkwoorden

• Duits
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Duits Grammatica C

Type hier vragen als ik moet invoeren

Stammen + Uitgangen

.

ich = +e

du = +st

er/sie/est/man = +t 

wir = +en

ihr = +t

sie/Sie = +en

Feesttenten

(Fe)e/st/t/en/t/en

Let op: Bij woorden die eindigen op s/ss/ß/x/z in de vorm "Du" is het stam + t in plaats van stam + st

Sleep de juiste uitgangen naar de juiste persoonlijk voornaamwoord.

ICH

DU

ER/SIE/ES/MAN

WIR

IHR

SIE/SIE

+EN

+ST

+T

+EN

+E

+T

Oefenen op werkwoord

Ich = stam + e

Du = stam + st/t

Er/sie/es/man = stam + t

Wir = stam + en 

Ihr = stam + t

sie/Sie = stam + en

Ich mache

Du machst/du heißt

Er/sie/es/man macht

Wir machen

Ihr macht

sie/Sie machen 

Wat is de stam van "lieben"?

1. Liebe
2. Lieben
3. Lieb
4. Liebt

Typ het werkwoord met de uitgang van ihr?

Welke uitgang gebruik je bij met de vorm "Du".
Reisen

1. st
2. t

Voltooid deelwoord

- Zwakke werkwoorden

- Sterke werkwoorden

- Werkwoorden die eindigen op -ieren

Zwakke voltooid deelwoorden

Ge + stam + t

Machen = gemacht 

Sterke voltooid deelwoorden

Geen regels, woordenlijst

Schreiben = geschrieben  

-ieren

stam + t

Telefonieren = telefoniert

Maak de werkwoord in een voltooid deelwoord.
Heißen

1. Heißst
2. Heißt
3. Geheißt
4. Gehießen

Maak een werkwoord in een voltooid deelwoord.
Schwimmen

1. Geschwommen
2. Geschwimt
3. Schwimt
4. Geschwimmen

Maak een werkwoord in een voltooid deelwoord.
Reagieren (reageren)

1. Gereagiert
2. Reagiert
3. Gereagieren
4. Reagieren

Tijd om de stof te testen

Wat is Wir / Sie / sie?

1. stam+t
2. stam+st
3. stam+en
4. stam+ten

Welke uitgang gebruik je bij de persoonsvorm "Du"?
Abholen

1. St
2. T

Maak voltooid deelwoord van "vieren, feesten"

1. veirt
2. feiert
3. geveirt
4. gefeiert

Maak het werkwoord passend in de zin.
Ich (laufen) gern.

Vertaal het werkwoord en doe het in de zin.
Ihr habt mit dein Vater (telefoneren)

Wat is het werkwoord "mögen" met de vorm "Er"?

Wahr oder falsch: De voltooid deelwoord vorm van "lesen" is "geliesen"

1. Wahr
2. Falsch

Wahr oder falsch: De voltooid deelwoord vorm van "singen" is "gesungen"

1. Wahr
2. Falsch

Waar staat de 2e EN voor uit in de ezelsbrug.

Nog vragen?

Maak een foto van hoe je vond dat deze les ging!