Langermaakwoord

Taal - Spelling 
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
SpellingBasisschoolGroep 4,5

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

Taal - Spelling 

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Even terugblikken
Waar hebben we het de vorige les over gehad?

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoel van vandaag
Ik ken de regel van het langermaakwoord.
Ik hoor de t, dus langer maken. Ik hoor of ik een d of een t moet schrijven. 

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke langermaakwoorden ken je?

Slide 4 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 5 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 6 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de regel bij een langermaakwoord?

Slide 7 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Maak de juiste koppels door te slepen
D
T
D
T

Slide 8 - Question de remorquage

Leerlingen slepen de afbeeldingen naar de juiste stof.

Als je leerlingen willen kunnen ze na deze slide kiezen voor een extra opdracht.
Welk woord is een langermaakwoord
A
komst
B
vlaai
C
gezeur
D
tekenaar

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk woord is een langermaakwoord?
A
draai
B
brood
C
verwondering
D
kegel

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk woord is een langermaakwoord?
A
bloeien
B
verzamelaar
C
worst
D
vegen

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk woord is een langermaakwoord?
A
vertalen
B
herfst
C
muts
D
vragen

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk woord is een langermaakwoord?
A
pincet
B
etui
C
antwoorden
D
laptop

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

D
T
T
T

Slide 14 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Heb je het doel van deze les behaald?

Slide 15 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions