Les 31


- terugblik vorige les
- doel benoemen
- uitleg les 31
- inoefenen
- zelf aan de slag
- afsluiting
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon


- terugblik vorige les
- doel benoemen
- uitleg les 31
- inoefenen
- zelf aan de slag
- afsluiting

Slide 1 - Diapositive

Hoofd- en bijzaken.
Wat is een hoofdzaak eigenlijk?
A
Hoofdzaken geven de belangrijke informatie over het onderwerp van de tekst.
B
Hoofdzaken geven minder belangrijke informatie.
C
Hoofdzaken maken de tekst iets duidelijker
D
Hoofd- en bijzaken bestaan niet.

Slide 2 - Quiz

Hoofd- en bijzaken:
Wat zijn bijzaken?
A
Uitleg
B
Toelichting
C
Voorbeelden
D
Feiten

Slide 3 - Quiz

Is de volgende zin een hoofd- of bijzaak?
Het succes van de Quadricycle trekt investeerders aan, die Ford helpen om in 1899 zijn eigen autofabriek op te zetten.
A
hoofdzaak
B
bijzaak

Slide 4 - Quiz

Hoofdzaak of bijzaak?
Zin 1: Het hoofd van de plaatselijke brandweer heeft vaak gevreesd voor zijn leven.

Zin 2: ‘Vorige week liep ik in een brandend huis, toen er opeens een deel van het plafond naar benden kwam dat me op een haar naar miste.'
A
Beide zinnen zijn hoofdzaken
B
Beide zinnen zijn bijzaken
C
Zin 1 = hoofdzaak / zin 2 = bijzaak
D
Zin 1 = bijzaak /zin 2 = hoofdzaak

Slide 5 - Quiz

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Zelf aan de slag/ huiswerk
Wat?
Afmaken les 30 opdracht 3 t/m 12 blz. 64 en 65
Maken les 31 opdracht 1 t/m 9 op blz. 66 en 67
Hoe?
Lees de theorie op blz. 66 nog een keer rustig door. 
Klaar?
Stillezen
Tijd?
30 minuten
Dan:
Kort bespreken wat er gemaakt is. Zijn er vragen? Ben je moeilijkheden tegengekomen?

Slide 16 - Diapositive

Wat is een samenvatting?
A
Een korte tekst
B
Een belangrijke tekst
C
Een interessante tekst.
D
Het belangrijkste van een tekst.

Slide 17 - Quiz

In een samenvatting sla je alle kernzinnen over.
A
waar
B
niet waar

Slide 18 - Quiz