BK3A, Schrijven H1 + fictie, 20/09

Welkom BK3A!
Boek, leesboek en pen?
Telefoon in de telefoontas?
Tas op de grond?
Wees stil, dan kunnen we beginnen
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Welkom BK3A!
Boek, leesboek en pen?
Telefoon in de telefoontas?
Tas op de grond?
Wees stil, dan kunnen we beginnen

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we vandaag doen?
- Lezen in 'Wat als...'
- Schrijven
- Uitleg schrijven
- Samen aan de slag!
- Zelf aan de slag

Slide 2 - Diapositive

Wat als...
De komende periode gaan we het boek 'Wat als...' van Danielle Bakhuis lezen.

Dit boek lezen we gezamenlijk. 





Slide 3 - Diapositive

Schrijven
De komende week gaan we aan de slag met schrijven. 

Waar denk je aan als we het over schrijven hebben?


Slide 4 - Diapositive

Een overtuigende tekst schrijven
Wat denk je dat een overtuigende tekst is?


Slide 5 - Diapositive

Een overtuigende tekst schrijven
Hoe schrijf je een overtuigende tekst?

1. Verdeel de tekst in in een inleiding, middenstuk en slot

2. Vertel in de inleiding wat het onderwerp is en geef daarover je mening. (Ik vind.... Ik denk... Volgens mij.... Ik ben van mening...)

3. In het middenstuk zeg je argumenten. Gebruik voor elk argument een nieuwe alinea. Je kunt een argument duidelijker maken door een voorbeeld of uitleg te geven.

4. In het slot schrijf je je conclusie. Vaak herhaal je in de conclusie kort je mening en je argumenten. 

Slide 6 - Diapositive

Bedenk zelf een argument de mening: 'Paprika is een overbodige groente.'

Slide 7 - Question ouverte

Bedenk zelf een argument bij de mening: 'Sociale media moet voor kinderen onder de 12 jaar verboden worden.'

Slide 8 - Question ouverte

Samen aan de slag!
Opdracht 1 (blz. 164) 

Slide 9 - Diapositive

Zelf aan de slag!
Wat? Maak opdracht 1, 2, 3 en 4 (blz. 164-167)
Hoe? We beginnen in stilte. Daarna mag je zachtjes overleggen met je buurman/buurvrouw
Tijd? Je hebt hier 15 minuten de tijd voor.
Hulp? Vraag eerst je buurman/buurvrouw. Daarna steek je je hand omhoog, dan beantwoord ik je vraag. 
Klaar? Ga dan lezen in je leesboek. 



timer
15:00

Slide 10 - Diapositive

Lezen H1
Wat in een tekst belangrijk is, noem je hoofdzaken

- Hoofdzaken lees je vaak in de inleiding en in het slot
- Lees ook de eerste en laatste zin van elke alinea, want hierin staat meestal de belangrijkste informatie.
- De rest van de alinea is dan bijvoorbeeld een uitleg of een voorbeeld. 
- Ook tussenkopjes en anders gedrukte woorden helpen je om de hoofdzaken van een tekst te vinden.

Slide 11 - Diapositive

Lezen H1
Het belangrijkste van een tekst kun je in één zin samenvatten.
Die ene zin noem je de hoofdgedachte

Om die zin te vinden, stel je de vraag: wat is het belangrijkste wat in de tekst over het onderwerp wordt gezegd? 

Je vindt de hoofdgedachte vaak in de inleiding of in het slot van de tekst.





Slide 12 - Diapositive

Lezen H1
Zo vind je de hoofdgedachte:
1. Bepaal het onderwerp van de tekst.
2. Geef in één zin antwoord op de vraag: Wat zegt de schrijver over het onderwerp? Noem in je zin in elk geval het onderwerp.




Slide 13 - Diapositive

Tekstdoel en publiek 

Slide 14 - Diapositive

Samen aan de slag!
Opdracht 4 (blz. 16) 

We maken de opdracht gedeeltelijk samen. Op deze manier leer je van elkaar. Daarbij komt dat wanneer je de tekst leest en hoort, je het vaak beter begrijpt. 

Slide 15 - Diapositive

Wat als...
De komende periode gaan we het boek 'Wat als...' van Danielle Bakhuis lezen.

Dit boek lezen we gezamenlijk. 

Waar denken jullie dat dit boek over zal gaan?




Slide 16 - Diapositive

  Pauze! 

Slide 17 - Diapositive

Samen maken!
Opdracht 3 (blz. 14-15) 

We maken de opdracht samen. Je schrijft mee zodat het goed in jouw schrift staat! 

We maken vraag 2 t/m 8


Slide 18 - Diapositive

Keuze A

Vind je Nederlands nog best moeilijk
Wat?: opdracht 5 (blz. 16 en 17)
Hoe?: zachtjes overleggen
Klaar? Laat je gemaakte werk aan mij zien. Ga daarna lezen in je leesboek




Keuze B

Vind je Nederlands best makkelijk?
Wat?: opdracht 4* & 5 (blz. 16 en 17)
Hoe?: probeer het eens alleen! Vraag daarna je buurman of buurvrouw.
Klaar?: Laat je gemaakte werk aan mij zien. Ga daarna lezen in je leesboek. 

timer
10:00

Slide 19 - Diapositive