D2 H2: 2D- en 3D-figuren

 2D- en 3D-figuren
DOMEIN 3: meten & meetkunde
1 / 35
suivant
Slide 1: Diapositive
RekenenMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

 2D- en 3D-figuren
DOMEIN 3: meten & meetkunde

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 2 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 3 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 4 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Lijnen en hoeken

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

verticaal & horizontaal

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke straten lopen evenwijdig?

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat weet je nog.....
Een liggende lijn is....
A
Een verticale lijn
B
Een horizontale lijn

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoeveel horizontale lijnen heeft bijgevoegde figuur?
A
4
B
8
C
2
D
Geen

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke lijnen zijn evenwijdig?
A
A+D
B
A+C
C
E+C
D
E+G en F+H

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

welke lijnen zijn evenwijdig?
A
1 en 5
B
6 en 7
C
3 en 8
D
2 en 7

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke richting hebben
de rode lijnen?
A
horizontaal
B
verticaal
C
schuin
D
rond

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

evenwijdige lijnen
A
raken elkaar nooit
B
staan loodrecht op elkaar
C
snijden elkaar
D
kruisen elkaar

Slide 13 - Quiz

Ik heb nu twee lijnen in mijn hand hoeveel standen kunnen ze allemaal ten opzichte van elkaar hebben

tegelijkertijd op het board teken 1D-2d-3d

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vlakke figuren
Twee dimensionaal (2D)

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe heten deze 2D-figuren?

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn de bekendste tweedimensionale basisfiguren?
A
Een ster, vierkant, rechthoek en cirkel.
B
Een vierkant, driehoek, rechthoek en een kubus.
C
Een vierkant, rechthoek, driehoek en cirkel.
D
Een vierkant, een piramide, en een rechthoek .

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke tweedimensionale figuur herken je op deze tekening?
A
Vierkant
B
Rechthoek
C
Parallellogram
D
Ruit

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke tweedimensionale figuur herken je op de foto?
A
Driehoek
B
Vierkant
C
Parallellogram
D
Rechthoek

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn GEEN
eigenschappen van
een Vierkant?
A
Vijf rechte hoeken
B
Alle zijden zijn even lang
C
Alle zijden staan loodrecht op elkaar
D
Lengte keer breedte is oppervlakte

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn GEEN
eigenschappen van
een Rechthoek?
A
Vier rechte hoeken
B
Alle zijden zijn even lang
C
Tegenover elkaar liggende zijden zijn evenwijdig
D
Lengte keer breedte is oppervlakte

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ruimtelijke figuren
drie dimensionaal (3D)

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe heten deze 3D-figuren?

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De bekendste driedimensionale figuren zijn?
A
De rechthoek, de kubus en de balk.
B
De balk, de vierkant en de piramide.
C
De piramide, driehoek en balk.
D
De kubus, de balk en de piramide.

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de naam van
deze ruimtelijke figuur?
A
cilinder
B
balk
C
prisma
D
piramide

Slide 26 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke driedimensionaal figuur heeft deze kast?
A
Een kubus
B
Een cilinder
C
Een balk
D
Een bol

Slide 27 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Wat is de naam van
dit vlakke figuur?
A
parallellogram
B
cirkel
C
ruit
D
driehoek

Slide 28 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de naam van
deze ruimtelijke figuur?
A
prisma
B
cilinder
C
kegel
D
kubus

Slide 29 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Symmetrie
Dubbelvouwen
 Beide helften hetzelfde

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoeveel symmetrieassen heeft deze vlinder?
A
0
B
1
C
2
D
3

Slide 31 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoeveel symmetrie assen heeft deze figuur?
A
1
B
2
C
4
D
6

Slide 32 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoeveel symmetrieassen heeft deze figuur?
A
1
B
2
C
4
D
8

Slide 33 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Symmetrisch?
A
Nee
B
Ja, 1 symmetrieas
C
Ja, 2 symmetrieassen
D
Ja, 3 symmetrieassen

Slide 34 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke letters zijn niet symmetrisch?
A
B en G
B
H en I
C
E en K
D
G en K

Slide 35 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions