week 20 les 2

• Frans
• Middelbare school
• mavo, havo
• Leerjaar 1

Bonjour!

Les devoirs

mercredi le 17 mai

Iedereen heeft opdracht 13 + 14 in je schrif uitgewerkt!

Faire (afmaken) Bloc D afmaken = Grammaire WB (p110 - 113) Neem zelf de grammatica door. Kijk naar de instructievideo online.

Apprendre (leren): Herhaal dagen van de week + kloktijden + nieuw: Bloc D (werkwoord être= zijn)

Lesdoelen (les buts)

PW bespreken en inzien:

Je weet wat je goed en fout hebt gedaan. Controleer de toets goed!

Overhoren HW 

Je kunt de kloktijden in het Frans herkennen en toepassen

Je kunt de dagen van de week koppelen

Je kunt het werkwoord être = zijn toepassen 

1C: Samen nakijken: ex 13+14

Je hebt deze gesprekjes netjes uitgewerkt in jouw schrift of WB!

*HW = Bloc E zelf opstarten

*extra tijd: quizziz

PW bepreken

Let goed op! Controleer jouw toets goed!

Overhoren HW

maandag

1. mardi
2. jeudi
3. lundi
4. vendredi

mardi

1. dinsdag
2. woensdag
3. donderdag
4. zondag

woensdag =

Welke dag ontbreekt er?
lundi - .... - mercredi

1. jeudi
2. vendredi
3. mardi
4. samedi

Sleep de Nederlandse dagen naar de juiste Franse dagen:

lundi

mardi

mercredi

jeudi

vendredi

samedi

dimanche

dinsdag

maandag

woensdag

donderdag

vrijdag

zaterdag

zondag

Herhaling klok

1

2

3

4

5

6

7

8

9

10

11

trois

dix

sept

cinq

onze

neuf

quatre

six

un

deux

huit

il

?

quelle

est

heure

Il est neuf heures.

1. Het is 2 uur.
2. Het is 7 uur.
3. Het is 9 uur.
4. Het is 8 uur.

Il est sept heures moins le quart.

1. Het is 7 uur.
2. Het is half 7.
3. Het is kwart over 7.
4. Het is kwart voor 7.

Il est deux heures et demie.

1. Het is half 1.
2. Het is half 3.
3. Het is half 5.
4. Het is half 2.

Il est une heure et quart.

1. Het is kwart over 1
2. Het is kwart voor 1

       Zet de juiste tekst bij het plaatje:

Il est midi

Il est minuit

Zet de tijden van vroeg naar laat:

(sleep blauw over rood)

Il est deux heures 

Il est deux heures et quart

Il est deux heures moins le quart

Il est trois heures

Il est deux heures et demie

Werkwoord être (zijn)

tegenwoordige tijd

A. optreden

B. ontdekt worden

C. zin hebben om te 

A. u  bent - jullie zijn

B. zij zijn

C.  ik  ben

D.  hij - zij is

E.  jij bent

F. wij zijn

1.  vous êtes

2.  je suis

3.  ils - elles sont

4.  tu es

5.  il - elle est

6. nous sommes

suis

es

est

sommes

êtes

sont

Je

Tu

Il/ Elle

Nous

Vous

Ils/ elles

Ik geef mezelf dit cijfer

010

Bloc C Parler et écrire

Ex 13e +14

Ex 13e +Ex 14

Pak je schrift of WB.

We gaan deze opdrachten

bespreken. 

WB p. 109

Ex 13e

Exemple: 

Tu as quelles matières le lundi, mardi, mercredi, jeudi, vendredi?

Le lundi, j'ai anglais et géographie/ français et histoire.

Il est deux heures et demie/ trois heures et quart

Ex 14 

Bonjour! Ça va? Tu es en quelle classe?

Bonjour! Ça va bien! Je suis en cinquième.

Tu as quelles matières le jeudi?

Le jeudi, j'ai anglais et maths.

La récré, c'est à quelle heure? 

A onze heures

Quelle heure est-il? 

Il est dix heures et demie.

Au travail! Aan het werk!

Achterstand wegwerken! ? Zelf nakijken en online verbeteren t/m Bloc D = af!

HW controle Bloc D + havo 17*

Faire (afmaken) t/m Bloc D is af!  Neem zelf de grammatica door. Kijk naar de instructievideo online.

Zelfstandig opstarten Bloc E

Klaar? 

SO voorbereiden! voc A+B, zinnen C en Grammatica Bloc D (werkwoord zijn = être)

Quizizz

We gaan quizizz spelen. Ga naar quizizz.com

Oefenen met de de kloktijden en dagen van de week

Les devoirs

lundi le 22 mai

Iedereen heeft het HW af t/m Bloc D!

Apprendre (leren): SO voorbereiden! voc A+B, zinnen C en Grammatica Bloc D (werkwoord zijn = être) + dagen van de week en klokkijken