3.2 - Temperatuur meten

3.2 - Temperatuur meten
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

Cette leçon contient 19 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

3.2 - Temperatuur meten

Slide 1 - Diapositive

Vandaag
- Voorkennis ophalen
- Leerdoelen 
- oefenen met lessonup
- Opdrachten maken uit boek
- leerdoelen check
 

Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen van paragraaf 3.2
3.2.1 Je kunt de onderdelen van een vloeistofthermometer benoemen.
3.2.2 Je kunt uitleggen hoe een vloeistofthermometer werkt.
3.2.3 Je kunt  een schaalverdeling in graden Celsius maken met behulp van het smeltpunt van ijs en het kookpunt van water.
3.2.4 Je kunt verschillende soorten thermometers benoemen
3.2.5 Je kunt uitleggen hoe een bimetaal-thermometer werkt

Slide 3 - Diapositive

De temperatuur meten
  • Hoe betrouwbaar is je gevoel?
  • Met een thermometer kun je de temperatuur van de lucht om je heen meten. Dit is onafhankelijk van je gevoel.

Jij kunt het ‘flink koud’ hebben, terwijl een ander het ‘lekker fris’ vindt. Maar met een goed werkende thermometer vind je allebei dezelfde waarde voor de temperatuur.

Slide 4 - Diapositive

Als je een thermometer in de zon hangt, krijgt hij een hogere temperatuur dan de buitenlucht (net zoals je huid ook opwarmt als je in de zon zit; pas als er een wolk voor de zon schuift merk je dat de lucht helemaal niet zo warm is). Een thermometer die in de zon hangt, kan de luchttemperatuur daardoor niet juist aangeven.
  

Weerkundigen meten zo:
  •  1,5 m boven de grond, in een wit geschilderd kastje. 
  • In de wanden van zo’n weerhut zitten openingen waar de wind vrij doorheen kan waaien (figuur 1). 
  • De thermometers nemen de temperatuur aan van de voorbij stromende lucht. 
  • Zo kan de luchttemperatuur betrouwbaar gemeten worden.

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

De vloeistofthermometer
Een bekend soort thermometer is de vloeistofthermometer

Zo’n thermometer bestaat uit een reservoir en een stijgbuis met een schaalverdeling ernaast. 

Reservoir + deel van de stijgbuis: gevuld met een vloeistof. 

In bijna alle thermometers wordt alcohol gebruikt met een kleurstof (dan zie je het beter). 

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

De stijgbuis
Als de temperatuur stijgt, zet de vloeistof in het reservoir uit. De vloeistof gaat dan in de stijgbuis omhoog. Als de temperatuur daalt, krimpt de vloeistof weer en daalt het vloeistofniveau. Omdat de buis erg nauw is, zie je de vloeistof al stijgen of dalen bij kleine temperatuurverschillen.

Je leest de temperatuur af door de hoogte van de vloeistof te vergelijken met de schaalverdeling langs de stijgbuis. In Nederland meten we meestal in graden Celsius (°C). Deze schaalverdeling wordt ook wel de Celsiusschaal genoemd.

Slide 10 - Diapositive

Het verschil tussen de hoogste en laagste temperatuur die je met een thermometer kunt meten, noem je het meetbereik van de thermometer. Het meetbereik van de thermometer in figuur 2 loopt van –20 tot 120 °C.

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Digitale thermometer
Vroeger werden speciale vloeistofthermometers gebruikt om je lichaamstemperatuur te meten. Zo’n koortsthermometer heeft een meetbereik van 35 °C tot 43 °C. De stijgbuis is nauwer en het reservoir is groter dan bij gewone vloeistofthermometers. Daardoor is er zoveel ruimte tussen de graadstreepjes dat je de temperatuur gemakkelijk tot op een tiende graad nauwkeurig kunt aflezen.

Tegenwoordig wordt vaak een digitale thermometer als koortsthermometer gebruikt. Zo’n thermometer geeft de temperatuur aan met cijfers op een klein scherm. Daarop zie je in één oogopslag hoe hoog je lichaamstemperatuur is (figuur 4). Een digitale thermometer bevat geen vloeistof die uitzet en inkrimpt als de temperatuur stijgt of daalt, maar werkt elektronisch


Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Om die reden wordt op vliegvelden de temperatuur van reizigers gemeten. Om van veel mensen in een korte tijd de temperatuur te kunnen meten, worden warmtestralingsthermometers gebruikt. Ieder mens zendt namelijk warmtestraling uit. Deze warmtestraling kun je met het blote oog niet zien, maar een warmtestralingsthermometer neemt deze straling wel waar. Hoe hoger de lichaamstemperatuur, hoe meer warmtestraling dat lichaam uitzendt.

Slide 15 - Diapositive

Een warmtestralingsthermometer maakt een thermogram (figuur 5). Dat is een plaatje waarbij verschillende temperaturen met verschillende kleuren worden aangeduid. Door de kleuren in het thermogram te bekijken, is de temperatuur vast te stellen. Als iemand koorts heeft, mag hij of zij het vliegtuig of het land niet in.

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Opdrachten maken
Wat: lees paragraaf 3.2 
Hoe: helemaal stil! muziek mag in!   
Hulp: Geen   
Tijd:  15 minuten lang   
Huiswerk: opdrachten 1 tm 9 van paragraaf 3.2 & Test jezelf  
MAANDAG LAAT JE JE BOEK ZIEN MET HET GEMAAKTE WERK
--> geen huiswerk = niet meedoen met practicum
timer
10:00

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive