Om een voorstellingsaspect op te schrijven kan je soms een hulpwoord gebruiken.
Bijvoorbeeld: "Het duistere landschap"
(Duistere = Bijvoeglijk naamwoord
Landschap = zelfstandig naamwoord)
Slide 7 - Diapositive
Voorbeeld II
Vraag: Noem een voorstellingsaspect. Antwoord: Het portret en profil Of De grote hoed
Slide 8 - Diapositive
Er komt 1 regel bij: Jemaggeenkleurennoemenin jeantwoord.
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Diapositive
Noem voorstellingsaspect
A
de auto
B
de rode auto
C
de vliegende auto
Slide 11 - Quiz
Slide 12 - Diapositive
Wat is het meest volledige aspect van de voorstelling?
A
De zittende leeuw
B
lantaarnpaal
C
leeuw
D
man
Slide 13 - Quiz
Slide 14 - Diapositive
Wat is het meest volledige aspect van de voorstelling?
A
regen
B
straat
C
man en vrouw
D
de nat geregende straat
Slide 15 - Quiz
Slide 16 - Diapositive
De man is bedroefd. Aan welk voorstellingsaspect zie je dat?
A
Bomen in de verte
B
zielige gezichtsuitdrukking
C
houding
D
het wijde landschap
Slide 17 - Quiz
'Bomen in de verte' en 'het wijde landschap' zijn wèl voorstellingsaspecten maar geven geen antwoord op de vraag. Want door een rij bomen ben je niet bedroefd.
"Houding" is niet fout, maar alleen houding is erg beperkt als antwoord. Zeg dan bijvoorbeeld "de gebogen houding"
Slide 18 - Diapositive
Slide 19 - Diapositive
De man en vrouw liggen de zonnen. Aan welk voorstellingsaspect zie je dat?
A
parasol
B
de uitgeklapte parasol
C
badbak
D
de gekleurde parasol
Slide 20 - Quiz
Gaf jouw antwoord echt antwoord op de vraag?
Slide 21 - Diapositive
Dus...
Bij vragen waarbij je Aspecten van de Voorstelling moet noemen, moet je: