doelgroepen bbl

Doelgroepen
Asielzoekers en Huiselijk geweld
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
WelzijnMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 5 vidéos.

Éléments de cette leçon

Doelgroepen
Asielzoekers en Huiselijk geweld

Slide 1 - Diapositive

Een asielzoeker is ...
A
Een verzamelbegrip voor iedereen die in Nederland asiel aan wil vragen
B
Iemand die in een ander land gaat wonen of werken.
C
Iemand die in eigen land gevaar loopt door oorlog of vervolging.

Slide 2 - Quiz

Wat zijn redenen om naar Nederland te vluchten ?

Slide 3 - Carte mentale

Waarmee kun je te maken krijgen als je een asielzoeker begeleidt?
A
Cultuurverschillen
B
Verveling
C
Traumatische ervaringen
D
Onderlinge spanningen

Slide 4 - Quiz

Wat betekent AMA
A
Alleen Met Asielzoekers
B
Alleenstaande Minderjarige Asielzoeker
C
Asielzoeker Met Aanhang
D
Asiel Met Anderstalige

Slide 5 - Quiz

Uit welke 6 stappen bestaat de procedure voor de asielaanvraag?

Slide 6 - Question ouverte

Slide 7 - Vidéo

Slachtoffers van huiselijk geweld

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

Slide 10 - Vidéo

Slide 11 - Vidéo

Theorie: mishandeling
Mishandeling = het toebrengen van lichamelijk of emotioneel letsel, maar ook verwaarlozing.
  • Lichamelijke mishandeling: het toebrengen van lichamelijke schade (slaan, shoppen, etc.).
  • Psychische mishandeling: het toebrengen van schade aan de emotionele- en/of persoonlijke ontwikkeling (schelden, te grote verantwoordelijkheid geven).
  • Verwaarlozing: geen of niet voldoende zorgdragen voor mensen die afhankelijk zijn van de zorg.
  • Financiële uitbuiting: het bewust wegnemen van geld of bezittingen van mensen die afhankelijk zijn.
  • Seksueel misbruik: seksuele handelingen die iemand gedwongen wordt uit te voeren, te ondergaan of waarvan die getuige moet zijn (aanranding, verkrachting).

Slide 12 - Diapositive

Theorie: mishandeling
De meest kwetsbare groepen zijn kinderen en ouderen en  mensen met een verstandelijke beperking.
  • Kindermishandeling: onstaat als ouders of andere volwassenen dingen doen of laten, die een bedreiging vormen voor de veiligheid en het welzijn van het kind.
  • Ouderenmishandeling: personen - van wie de oudere (65+) in zekere mate afhankelijk is - berokkenen schade aan de oudere door hun handelen of door juist niet te handelen.

Slide 13 - Diapositive

Theorie: huiselijk geweld
  • Huiselijk geweld = geweld dat wordt gepleeg door iemand uit de huiselijk kring of uit de familiekring van het slachtoffer.
  • Geweld in de privé sfeer.
  • Ongeveer 200.000 mensen in Nederlande worden jaarlijks slachtoffer van ernstig of herhaaldelijk huiselijk geweld. 
  • Denk aan: geweld tussen (ex)partners, vechtscheiding, kindermishandeling/verwaarlozing van kinderen, ouderenmishandeling, gedwongen huwelijken en eergerelateerd geweld.

Slide 14 - Diapositive

Theorie: huiselijk geweld
Risicofactoren (draaglast): verslaving, armoede, financiële problemen, een beperkt sociaal netwerk, afhankelijk zijn van een bepaald persoon, sterk verband tussen slachtoffer en pleger.
Beschermende factoren (draagkracht): stabiele persoonlijkheid, goede sociale vaardigheden, goed sociaal netwerk, beschikbaarheid professionele hulp.

Slide 15 - Diapositive

Wat zijn de oorzaken voor kinderen?
(gebruik je boek thema 23.4.2)

Slide 16 - Carte mentale

Wat zijn gevolgen voor kinderen?
(gebruik je boek thema 23.4.3)

Slide 17 - Carte mentale

Vrouwenmishandeling
  • Eén op de vijf vrouwen zijn slachtoffer.
  • Vaak lang verborgen.
  • Vaak in combinatie met kindermishandeling.
  • hulp aan slchatoffer: opvang, therapie, nazorg.
  • Daderhulp.

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Vidéo

Theorie: melding of aangifte doen
Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling = een plan waarin staat wat een professional kan doen bij een vermoeden van huiselijk geweld of kindermishandeling en hoe dit eventueel gemeld moet worden.

Beroepsgeheim vs meldcode

Slide 20 - Diapositive

Welke vijf stappen moeten opgenomen worden in elke meldcode?

Slide 21 - Question ouverte

Wat vond je van de les?

Slide 22 - Question ouverte