Voortplanting 2 Man en vrouw

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo g
• Leerjaar 2

2 minuten voordat de les begint

• jassen uit
• telefoon weg 
• boek en Ipad op tafel
• kleppen dicht

Regels tijdens deze lessen

• Gebruik geen grove woorden/ bewegingen. Het is een serieus onderwerp.
• We lachen elkaar niet uit.
• We maken elkaar niet belachelijk
• Geen vraag is raar

Eens even kijken wat we nog weten

Enkele vragen

• Noemen we geslachtskenmerken die bij de geboorte aanwezig zijn primaire geslachtskenmerken?
• ja
• Wanneer verschijnen secundaire geslachtskenmerken?
• in de puberteit

Doel van de les

• Je kunt onderdelen van voortplantingsstelsel man /vrouw       benoemen
• je kunt de functies noemen
• je kunt uitleggen wat menstruatie is

Wat wordt er door hormonen bij jongens gemaakt?

1. eicellen
2. zaadcellen

Wat wordt er door hormonen bij meisjes aangemaakt?

1. eicellen
2. zaadcellen

Wat bedoelen ze met geslachtsrijp zijn?

1. Dat de penis van de jongens is gegroeid
2. Dat jongens kinderen kunnen verwekken en meisjes zwanger kunnen worden
3. Dat de borsten van meisjes zijn gegroeid
4. Dat je volwassen bent

Wist je dat?

• zaadcellen zijn bij de geboorte al aanwezig
• tijdens puberteit vermeerdering door celdeling
• per zaadlozing 200 miljoen zaadcellen
• sperma= zaadcellen + zaadvocht uit prostaat+slijmerig vocht uit zaadblaasjes

• kort herhalen bs 1
• introductie bs 2 en 3

menstruatie

•  12-52 jaar ( = 480x)
• 3-8 dagen

menstruatie cyclus

Menstruatiecyclus

• Duurt ongeveer 28 dagen
  

1. eicel rijpt in eierstok
2. baarmoederslijmvlies groeit
3. eisprong, eitje gaat door eileider naar baarmoeder
4. bevruchting of niet?
5. geen bevruchting dan menstruatie

Hoeveel dagen duurt ongeveer een menstruatiecyclus ?

1. 10
2. 14
3. 28
4. 35

Wordt het slijmvlies van de baarmoeder tijdens de menstruatie dikker?

1. ja
2. nee

Wat is een ander woord voor eisprong

1. Orgasme
2. Organisme
3. Ovulatie
4. Ovularen

Vinden bij een zwangere vrouw menstruatie plaats? En ovulatie?

1. Zowel menstruatie als ovulatie
2. Wel menstruatie maar geen ovulatie.
3. Wel ovulatie maar geen menstruatie.
4. Geen menstruatie en geen ovulatie.

Maken:

paragraaf 11.1 tot en met vraag 22

(dit wordt huiswerk voor volgende week maandag)