H2 §3

Elektriciteit in huis (2.3)
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Elektriciteit in huis (2.3)

Slide 1 - Diapositive

Huisinstallatie
  • Netwerk van elektriciteitsdraden 
       in huis.
  • Splitst in 4 parallelle groepen
     U = U1 = U2 = U3 = U4 = U5 = ... = 230V
  • Elke groep heeft eigen groepschakelaar.
  • Je kan een groep spanningloos maken om veilig reparatie uit te voeren.

Slide 2 - Diapositive

Zekering
1
2
3

Slide 3 - Diapositive

groter vermogen = groter stroomsterkte


Totale opgenome vermogen:


P1= 15W    P2= 40W
Ptot=55W
Itotal=I1+I2+I3+I4+...
Ptotaal=P1+P2+P3+...

Slide 4 - Diapositive

Ptot=P1+P2+...
=U1I1+U2I2+...
Ptot=UItot

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Fasedraaden nuldraad
Bruin - fasedraad
Blauw - nuldraad

Bruin 230V - Blauw geen spanning

Schakelaar naar lamp zwarte draad
 - Schakeldraad: Alleen spanning als schakelaar aan staat

Slide 8 - Diapositive

Overbelasting
Stroom per groep mag niet meer dan 16A zijn. 
Meer = brandgevaar

Teveel apparaten - overbelasting

Zolang totale vermogen niet meer 
dan 3,7 kW is, geen probleem

Slide 9 - Diapositive

Pmax=UImax
=23016
=3680W
=3,7kW

Slide 10 - Diapositive

Kortsluiting:
Weerstand klein in elektriciteitsdraden.
Als stroom een ander weg (niet door apparaat) kan nemen
 - Kortsluiting: veel te kleine weerstand

Slide 11 - Diapositive

Waarom krijgen wasmachines vaak een 'eigen groep'?
A
Hogere spanning
B
Hoge stroom
C
Werkt met water
D
Grotere kans op kortsluiting

Slide 12 - Quiz

Waarom heeft een broodrooster niet een 'eigen groep'?
A
Het heeft een kleine vermogen
B
Het heeft een lage spanning
C
Het heeft een lage stroomsterkte
D
Het heeft een hoog vermogen

Slide 13 - Quiz

De kleur van de fasedraad is?
A
groen/geel
B
bruin
C
blauw
D
zwart

Slide 14 - Quiz

Wat is kortsluiting?
A
Als je teveel apparaten aansluit op een groep
B
Als je een apparaat heel kort gebruikt
C
Als de fasedraad en de nuldraad elkaar raken
D
Als je korte stroomdraden gebruikt in plaats van lange.

Slide 15 - Quiz