Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
havo 2 H2 Spelling Engelse werkwoorden
1 / 22
suivant
Slide 1:
Vidéo
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Cette leçon contient
22 diapositives
, avec
quiz interactifs
,
diapositive de texte
et
2 vidéos
.
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
0
Slide 1 - Vidéo
toetsvragen voor iedereen...
Slide 2 - Diapositive
Engelse werkwoorden
hoe schrijf je het volgende werkwoord in de hij-vorm, tt: deleten
A
deletet
B
delet
Slide 3 - Quiz
Engelse werkwoorden
hoe schrijf je het volgende werkwoord in de hij-vorm, tt: timen
A
timet
B
timt
Slide 4 - Quiz
Engelse werkwoorden
Vervoeg op de juiste manier in de persoonsvorm verleden tijd: Hij ... (barbecueën)
A
barbecude
B
barbecuede
C
barbecuedde
D
barbecudde
Slide 5 - Quiz
Engelse werkwoorden
Vervoeg op de juiste manier in de persoonsvorm verleden tijd : Hij (deleten)
A
deletete
B
delet
C
delette
D
deletette
Slide 6 - Quiz
Engelse werkwoorden
Hoe schrijf je het volgende werkwoord in de hij-vorm, vt: joggen
A
jogde
B
joggete
C
joggte
D
jogte
Slide 7 - Quiz
Engelse werkwoorden
Hoe schrijf je het volgende werkwoord in de hij-vorm, tt: deleten
A
deletet
B
delet
Slide 8 - Quiz
Engelse werkwoorden
hoe schrijf je het volgende werkwoord in de hij-vorm, vd: squashen
A
Gesquast
B
Gesquasht
C
Gesquashd
D
Gesquashed
Slide 9 - Quiz
Engelse werkwoorden
Vervoeg op de juiste manier in de persoonsvorm tegenwoordige tijd. Mijn vriendje (skaten)
A
skatet
B
skate
C
skated
Slide 10 - Quiz
Engelse werkwoorden
hoe schrijf je het volgende werkwoord in de hij-vorm, vt: lunchen
A
lunchte
B
lunchde
C
lunchtte
D
lunchdde
Slide 11 - Quiz
Engelse werkwoorden
Vervoeg op de juiste manier in de persoonsvorm verleden tijd: Hij ... (racen)
A
racte
B
racette
C
racde
D
racete
Slide 12 - Quiz
Wat is de eerste stap die je bedenkt bij werkwoordspelling?
Slide 13 - Carte mentale
0
Slide 14 - Vidéo
Wat is juist gespeld? Een of meerdere antwoorden zijn goed.
A
Sophie heeft haar vinger verbrandt.
B
Sam en Tom moesten op de bus wachtten.
C
Het verbrandde haar van Sjors stinkt enorm.
D
Tom verbreedde zijn tuinpad.
Slide 15 - Quiz
Het gebeur... regelmatig dat men fouten maakt in werkwoordspelling.
A
gebeurd
B
gebeurt
C
gebeurdt
D
gebeurdde
Slide 16 - Quiz
Wat je vindt, mag je houden. Vindt je ook niet?
A
Fout, eerste 'vindt' moet zonder 't'.
B
Fout, beide keren moet 'vindt' zonder 't'.
C
Fout, tweede 'vindt' moet zonder 't'.
D
Deze zin is goed gespeld.
Slide 17 - Quiz
Gisteren ...(lunchen) ik met mijn oma.
A
lunchde
B
lunchte
C
lunchete
D
lunchede
Slide 18 - Quiz
Aan het begin van het jaar (besteden) we veel tijd aan werkwoordspelling
A
besteden
B
besteede
C
besteedden
D
besteeden
Slide 19 - Quiz
Hij was ….(verheugen) zijn oude vriend weer te ontmoeten.
A
verheugt
B
verheugd
C
verheugdt
D
verheugtd
Slide 20 - Quiz
Wie wat ...(bewaren), die heeft wat.
A
bewaart
B
bewaardt
C
bewaard
D
bewaartd
Slide 21 - Quiz
De sportleraar ...(timen) de snelheid van de atleet.
A
timde
B
timte
C
timede
D
timete
Slide 22 - Quiz
Plus de leçons comme celle-ci
havo 2 H2 Spelling Engelse werkwoorden
Mai 2024
- Leçon avec
11 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Havo 3 H5 3HC vervolg
Mars 2021
- Leçon avec
11 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Toets ww spelling Engelse werkwoorden
Mars 2023
- Leçon avec
12 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
havo 2 H2 Spelling Engelse werkwoorden les 2
Novembre 2021
- Leçon avec
13 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
5.5 toets Engelse werkwoorden
Novembre 2023
- Leçon avec
13 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
2Ha oefenen Spelling Engelse werkwoorden
Septembre 2022
- Leçon avec
25 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Havo 3 H5 Spelling (Engelse) werkwoorden
Mars 2021
- Leçon avec
21 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
5.9 Spelling
Mai 2024
- Leçon avec
15 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2