Unit 3 grammar 2

• Engels
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 4

Unit 3 grammar 2

Deze week:

Les 1: Grammar 1 & nakijken opdrachten vorige week

Les 2: Grammar 2: Comparisons, can/could

Les 3: adverbs (KT), must/mustn't (BL)

Planning

Uitleg & opdrachten comparisons

Uitleg en opdrachten can/could

Afronden 

Feedback les

Comparisons

BL: Blz. 98 | KT: Blz. 97

Aan het einde van deze opdracht kun je een zin maken met woorden in de vergrotende & overtreffende trap.

Aan het einde van deze opdracht kun je een vergelijkende zin maken.

In het kort:

Bijvoeglijk naamwoord: slow

Vergrotende trap = bijv. nw + er erachter: slower (than)

Overtreffende trap = bijv. nw + est erachter: (the) slowest

Klopt deze vergelijking?:
Big - bigger (than) - (the) biggest

Denk aan spelling en betekenis van de woorden!

1. Ja
2. Nee

Hij klopt, want:

Korte woorden: + medeklinker

big - bigger - biggest

sad - sadder

Klopt deze vergelijking?:
funny - funnyer (than) - (the) funnyest

1. Ja
2. Nee

Dus dan zo?:
funny - funnier (than) - (the) funniest

1. Ja
2. Nee

Klopt deze vergelijking?:
Cute - (the) cutest - cuter (than)

1. Ja
2. Nee

Uitzonderingen

woorden op -y:	Woorden op -e	Korte woorden
y wordt -i in vergelijkingen pretty prettier (than) (the) prettiest	geen extra e erachter late later (than) (the) latest	Dubbele medeklinker sad sadder (than) (the) saddest

Wat is de vergrotende en overtreffende trap van 'good'?

1. good - gooder - goodest
2. good - better - best
3. good - best - better
4. good - goodest - gooder

Wat is de vergrotende en overtreffende trap van 'bad'?

1. bad - worse - worst
2. bad - badder - baddest
3. bad - baddie - baddies
4. bad - worser - worst

Good/bad

Twee uitzonderingen

Zit altijd in je toets!

Lange woorden

Woorden van twee of meer lettergrepen krijgen geen +er of +est in de vergrote of overtreffende trap:

Vergrotende trap: More + bijv nw: More beautiful

Overtreffende trap: Most + bijv. nw: Most beautiful

Vul in:
She is (de mooiste) girl in town.

1. more beautiful
2. beautiful
3. most beautiful
4. beautifulest

English is (interessanter dan) Dutch.

1. more interesting
2. interesting
3. most interesting
4. interestinger

(niet) hetzelfde:

Soms verander je niks aan het woord omdat het in de vergelijking hetzelfde blijft:

She is as nice as her mother.

Soms verander je niks aan het woord omdat het in de vergelijking juist niet hetzelfde blijft:

She is not as friendly as I am.

Vertaal deze zin:
Jullie zijn niet zo oud als ik.

1. You are as old as I am.
2. You are older than I am.
3. You are the oldest.
4. You are not as old as I am.

Vertaal deze in:
Zij zijn net zo slim als wij.

1. They are as smart as we are.
2. They are smarter than we are.
3. They are not as smart as we are.
4. They are the smartest.

Samengevat

Vergrotende trap:		Overtreffende trap:
+ er achter het woord: bigger than funnier than cuter than	Bij lange woorden: more boring more gorgeous	+est achter het woord: the biggest the funniest the cutest	Bij lange woorden: most boring most gorgeous

Twee woorden vergelijken: (not) as ... as: het bijv. nw blijft hetzelfde

good - better - best & bad - worse - worst

BL: Maak 21 | KT: Maak 19

Vergrotende trap:		Overtreffende trap:
+ er achter het woord: bigger than funnier than cuter than	Bij lange woorden: more boring more gorgeous	+est achter het woord: the biggest the funniest the cutest	Bij lange woorden: most boring most gorgeous

Twee woorden vergelijken: (not) as ... as: het bijv. nw blijft hetzelfde

good - better - best & bad - worse - worst

Goal check:

Aan het einde van deze opdracht kun je een zin maken met woorden in de vergrotende & overtreffende trap.

Aan het einde van deze opdracht kun je een vergelijkende zin maken.

Can/could

BL: blz. 100 | KT: Blz. 96

Aan het einde van deze opdracht kan ik het verschil tussen can/cant en could/couldn't uitleggen.

BL: Maak 23 | KT: Maak 18

can	kan/mag/verzoek
can't	kan niet/mag niet
could	kon/zou kunnen
couldn't	kon niet/zou niet kunnen
(KT) should	(zou) eigenlijk moeten
(KT) shouldn't	(zou eigenlijk niet moeten

Goal check

Aan het einde van deze opdracht kan ik het verschil tussen can/cant en could/couldn't uitleggen.

Afronding les

- Terugblik

- Volgende les

- Feedback

- Opruimen