Blok 3, week 3, les 13. Herhaling

Blok 3, week 3, les 13. Herhaling
Lesdoel:

  • Getallen afronden op tientallen, honderdtallen of duizendtallen en daarmee optellen en aftrekken.
  • Delen: strategie splitsen. Sommen als 92 : 4 met 92 splitsen in 80 en 12 (met hulpsom).

1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
RekenenBasisschoolGroep 6

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Blok 3, week 3, les 13. Herhaling
Lesdoel:

  • Getallen afronden op tientallen, honderdtallen of duizendtallen en daarmee optellen en aftrekken.
  • Delen: strategie splitsen. Sommen als 92 : 4 met 92 splitsen in 80 en 12 (met hulpsom).

Slide 1 - Diapositive

Programma en wat heb ik nodig?
- Korte herhaling van dit blok
- Herhaling afronden
- Herhaling deelsommen
- Opdrachten maken

Wat heb je nodig?
  1. Chromebook
  2. Rekenwerkboek + potlood
  3. Wisbordje + stift(voor de zekerheid op de hoek v/d tafel)

Slide 2 - Diapositive

Afronden op tientallen
Bij het afronden op tientallen kijk je naar het cijfer achter de tientallen. Als dit 5, 6, 7, 8 of 9 is, rond je naar boven af. Als het cijfer 0, 1, 2, 3 of 4 is, rond je naar beneden af.

Slide 3 - Diapositive

Voorbeeld: Afronden op tientallen
Voorbeeld: 67 afronden op tientallen. Het cijfer achter de tientallen is 7, dus ronden we naar boven af naar 70.

Slide 4 - Diapositive

Afronden op tientallen:
47

Slide 5 - Question ouverte

Afronden op tientallen:
62

Slide 6 - Question ouverte

Afronden op tientallen:
555

Slide 7 - Question ouverte

Afronden op honderdtallen
Ik kijk naar het tweede getal .
De 0, 1, 2, 3, 4 rond ik naar beneden af.
De 5, 6, 7, 8, 9 rond ik naar boven af.
  • 82
  • 463
  • 112

Slide 8 - Diapositive

Afronden op honderd- en duizendtallen
Getallen kun je afronden op tientallen, honderdtallen, duizendtallen.

683 is afgerond op tientallen 680.
683 is afgerond op honderdtallen 700.
5392 is afgerond op honderdtallen 5400.
5392 is afgerond op duizendtallen 5000.

Slide 9 - Diapositive

Splitsen van deelsommen
- Ik weet hoe ik kan splitsen met deelsommen.
- Ik kan een deelsom met grote getallen uitrekenen door het grote getal te splitsen. Sommen als 92 : 4 met 92 splitsen in 80 en 12.


Slide 10 - Diapositive

Vorige les
Als we géén kleine som kunnen maken zoals bij 250 : 5 = ... 
wat doen we dan? 
Reken uit op je wisbordje:
(denk aan: hoe vaak gaat het getal erin 10x? 20x?)
42 : 3 = ...
92 : 4 = ...

Slide 11 - Diapositive

Afronden op tiental

€ 73 wordt ...?
A
€ 75
B
€ 70

Slide 12 - Quiz

Afronden op tiental

€ 55 wordt ...?
A
€ 50
B
€ 60

Slide 13 - Quiz

Afronden op tiental

€ 192 wordt ...?
A
€ 190
B
€ 195

Slide 14 - Quiz

Afronden op honderdtal

€ 783 wordt ...?
A
€ 700
B
€ 800

Slide 15 - Quiz

Afronden op honderdtal

€ 121 wordt ...?
A
€ 100
B
€ 200

Slide 16 - Quiz

Afronden op duizendtal

€ 2651 wordt ...?
A
€ 2500
B
€ 3000
C
€ 2000

Slide 17 - Quiz

Reken uit op je wisbordje
Rond af op honderdtallen en reken uit.
574 + 218 =
621 + 398 =
821 – 278 =
683 – 232 =

Slide 18 - Diapositive

28 : 2 =
In welke getallen heb je gesplitst?
A
28 en 0
B
20 en 8
C
14 en 14
D
10 en 18

Slide 19 - Quiz

Deel 20 en 8 door 2
en tel ze bij elkaar op.
Jouw antwoord bij stap is ...
A
10
B
12
C
14
D
16

Slide 20 - Quiz

48 : 3 =
In welke getallen heb je gesplitst?
A
48 en 0
B
20 en 28
C
40 en 8
D
30 en 18

Slide 21 - Quiz

Deel 30 en 18 door 3
en tel ze bij elkaar op.
Jouw antwoord bij stap 3 is ...
A
10
B
12
C
14
D
16

Slide 22 - Quiz

Hoe doe je dat nu bij grotere getallen?
  • Je hebt tot nu toe geleerd of het getal 10x of 20x in het grote getal past.
  • Je kunt natuurlijk nog veel verder gaan. 30x, 40x of zelfs 50x.
160 : 5 = ... wat past?
136 : 4 = ... wat past?
  • Wanneer gebruik je nu de kleine som en wanneer splitsen?

Slide 23 - Diapositive

Reken uit op je wisbordje
Reken uit met splitsen.

Er zitten 72 ballen in een doos.
Er gaan 3 ballen in een blik.
Hoeveel blikken kun je vullen?
som:
hulpsommen:
antwoord:






Slide 24 - Diapositive

Maak van blok 3, week 3, les 13 TAAK 13a en 13b, daarna eigen taken

Slide 25 - Diapositive

Hoe vond je deze les gaan?
A
B
C

Slide 26 - Quiz