Lezen (7) alinea's en kernzinnen

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

Welkom!

Ga naar je plek, pak je spullen en begin aan de startopdracht.

Startopdracht: lees in je leesboek

Lesboek Nieuw Nederlands

Leesboek

Schrift en pen

Jeugdjournaal

Bedenk 2 inhoudelijke vragen...

Wat gaan we doen?

1. Lesdoelen en mededelingen

2. Herhaling

3. Alinea's en kernzinnen

4. Aan het werk

5. Huiswerk en evaluatie 

Mededelingen

Zijn er dingen die ik moet weten? 

Lesdoel van de vorige les

Ik ben begonnen met het kijken van de film en weet wat ervan mij wordt verwacht bij het kijken van de film.

De film bespreken

Wat hebben we tot nu toe gezien? Wat is belangrijk?

Onbekende woorden

1. synoniem

2. omschrijving

3. voorbeeld

4. tegenstelling

5. bekende woorddelen 

Lesdoel deze les

1. Je weet wat een alinea is en hoe je deze kunt herkennen.

2. Je weet wat de kernzin is en waar je deze kunt vinden.

Alinea's en kernzinnen

blz. 16

Alinea's

Een alinea bestaat uit een aantal zinnen die bij elkaar horen, omdat ze over hetzelfde deelonderwerp gaan.

Alinea's herkennen

- Een nieuwe alinea begint altijd op een nieuwe regel.

- Inspringen: de eerste regel van een alinea begint met een stukje wit.

- Witregel: er wordt een hele regel overgeslagen tussen twee alinea's.  

Kernzinnen

De belangrijkste informatie van een alinea staat in de kernzin. 

Kernzinnen herkennen

Wat is de belangrijkste zin?  Waar gaat de alinea over? 

De eerste zin;

De tweede zin,

De laatste zin. 

Zelfstandig werken

• Je werkt in stilte.
  
• Maak 4, 6 en 8 vanaf blz. 18

Heb je vragen? Steek je hand op.

Klaar? Lezen in je leesboek of Numo.

Samenwerken 

• Je mag zachtjes overleggen.
• Maak 4, 6 en 8 vanaf blz. 18
• Heb je vragen? Steek je hand op.
  
• Klaar? Lezen in je leesboek of Numo.

NUMO

Ga aan de slag in Numo (zelf kiezen wat je wil doen)

Huiswerk

Maken:

Maak 4, 6 en 8 vanaf blz. 18

Lesdoelen

1. Je weet wat een alinea is en hoe je deze kunt herkennen.

2. Je weet wat de kernzin is en waar je deze kunt vinden.

Evaluatie

Wat heb je geleerd deze les?

Wat ging er goed?

Wat kan beter?