H.S. Vruchten en zaden h7 paragraaf 5

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo lwoo, b, k
• Leerjaar 1

Vruchten en zaden

Herhaling

Voordat we beginnen aan de stof gaan we even de stof van de vorige les(sen) herhalen.

Op de afbeelding zie je een windbloem.

Hebben windbloemen nectar?

1. Ja
2. Nee

Windbloem of insectenbloem?

1. Windbloem
2. Insectenbloem

dit zijn windbloemen

1. juist
2. onjuist

Wat de functie van nectar?

1. Voeding voor de bloem
2. Het lokken van insecten

Hebben windbloemen nectar?

1. Ja
2. Nee

Wat is nectar?

1. Honing
2. Een soort perzik
3. Een kledingmerk
4. Zoet sap dat insecten aantrekt

Wat is de functie van de bloemkelk?

bloemkroon

bloemkelk

1. trekt insecten aan
2. voortplanting
3. beschermen tegen de kou
4. maken van pollen

Wat is bevruchting?

1. Kern eicel smelt samen met kern zaadcel
2. Eicel gaat zich delen
3. Zaadcel gaat zich delen
4. Eicel met zaadcel deelt zich tot een baby

Bij bevruchting ontstaat een bevruchte zaadcel.

1. Ja
2. Nee

Vruchten en zaden

Nu beginnen we aan paragraaf 5

LESDOELEN

na deze les:

- weet je hoe een vrucht groeit

- weet je hoe een zaad groeit

- ken je de onderdelen van de vrucht

- weet je wat een peulvrucht is

Weet je het nog? zaad en kiem

Na de bevruchting gaan de bevruchte eicel, het zaadbeginsel en het vruchtbeginsel groeien. 

Uit de bevruchte eicel ontstaat een kiem. 

Uit het zaadbeginsel ontstaat een zaad. 

Elk zaad bevat een kiem. 

Sommige vruchten hebben maar één zaad. Sommige hebben veel zaden.

Peulvruchten

Langwerpige vruchten van bonenplanten noemen we peulvruchten.

PEULVRUCHTEN

Voorbeelden zijn hiernaast te zien. 

Hoe groeit een peulvrucht? 

van bloemetje tot sinaasappel...

van bloemetje tot appel...

OPDRACHT

maak de opdrachten van paragraaf 5.

Succes!