Aanhalingstekens en dubbele punt

Ik weet wat aanhalingstekens en dubbele punten zijn en wanneer ik ze moet gebruiken.
Ik kan het steeds beter
Ik kan het en ik gebruik het
1 / 11
suivant
Slide 1: Sondage
TaalBasisschoolGroep 6

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Ik weet wat aanhalingstekens en dubbele punten zijn en wanneer ik ze moet gebruiken.
Ik kan het steeds beter
Ik kan het en ik gebruik het

Slide 1 - Sondage

0

Slide 2 - Vidéo

puntkomma
?
!
"
;
.
aanhalingstekens
vraagteken
punt
uitroepteken

Slide 3 - Question de remorquage

Komma
Uitroepteken
Vraagteken
Aanhalingstekens
Drie puntjes (...)
Als je iets roept
Als je citeert wat iemand zegt

Dit doe je NOOIT
Als je twee zinnen aan elkaar plakt
Als je iets vraagt
Tussen onderdelen van een opsomming

Slide 4 - Question de remorquage

Zet de 2 aanhalingstekens op de goede plek!
Mijn moeder        zegt:        Jij moet nu naar school.

Slide 5 - Question de remorquage

Zet de 2 aanhalingstekens op de goede plek!
Het is mooi weer      , zegt de weerman.
'
'

Slide 6 - Question de remorquage

aanhalingstekens juist gebruikt.
aanhalingstekens onjuist gebruikt.
Mijn 'sportieve' broer zit alleen maar te gamen.
Deze bakker bakt 's ochtends vroeg 'vers' brood.
"Deze tekening is gemaakt door 'Pim'", zei de juf.
"Een kopje thee voor vier euro," zei mijn vader, "wat 'spotgoedkoop'!"

Slide 7 - Question de remorquage

Wat is de juiste functie van dubbele punt in de zin 'Er zijn drie dingen die ik wil doen: lezen, wandelen en koken'?
A
Het aanduiden van bezit
B
Het aangeven van meervoudsvorm
C
Het markeren van een bijvoeglijke bepaling
D
Het aankondigen van een opsomming

Slide 8 - Quiz

Welke zin maakt correct gebruik van aanhalingstekens?
A
Ze zei 'Ik kom morgen terug'.
B
Ze zei 'Ik kom morgen terug.'
C
Ze zei: 'Ik kom morgen terug.'
D
Ze zei: Ik kom morgen terug.

Slide 9 - Quiz

Wanneer gebruik je dubbele punt in een zin?
A
Bij het aanduiden van bezit
B
Bij opsomming of verklaring
C
Bij vragende zinnen
D
Bij het maken van een meervoudsvorm

Slide 10 - Quiz

Ik weet wat aanhalingstekens en dubbele punten zijn en wanneer ik ze moet gebruiken.
Ik kan het steeds beter
Ik kan het en ik gebruik het

Slide 11 - Sondage