Logistiek oefenopgaven
logistiek:
A
goederen intern en extern verplaatsen
B
controle en opslag van goederen
C
vervoer goederen of personen
D
bijhouden van voorraden
1 / 20
Éléments de cette leçon
logistiek:
A
goederen intern en extern verplaatsen
B
controle en opslag van goederen
C
vervoer goederen of personen
D
bijhouden van voorraden
Slide 1 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Welke gegevens heb je gevonden op de pakbon?
Slide 2 - Question ouverte
Gespreksleider noteert dit namens het groepje.
Op welke lijst noteren we dat er een product te veel is geleverd
Slide 3 - Question ouverte
Cet élément n'a pas d'instructions
Wat is logistiek?
A
Informatie geven
B
Goederen leveren
C
Weg die artikelen afleggen voordat ze bij de klant terechtkomen
D
Verzameling van alle activiteiten die nodig zijn om de goederenstroom in goede banen te leiden.
Slide 4 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Wat is logistiek?
A
Het vervoeren van producten
B
Alle processen om een product bij de consument te brengen
C
Artikelen van van A naar B brengen
D
Het bevoorraden van de winkels die verkopen aan de consument
Slide 5 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Wat zijn logistieke werkzaamheden?
A
Handelingen die nodig zijn om het product bij de consument te laten komen
B
Handelingen die nodig zijn om tot een product te komen
C
Handelingen die nodig zijn om een grondstof te maken
Slide 6 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Wat is logistiek?
A
Het vervoeren van producten
B
Alle processen om een product bij de consument te brengen
C
Artikelen van van A naar B brengen
D
Het bevoorraden van de winkels die verkopen aan de consument
Slide 7 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Wat is geen intern transportmiddel
A
steekwagen
B
handpallettruck
C
electrische pallettruck
D
terminal truck
Slide 8 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Hoe heet dit intern transportmiddel?
Hoe heet dit intern transportmiddel?
A
Heftruck
B
Colli
C
Rolcontainer
D
Palletwagen
Slide 9 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Bij het controleren van de pakbon moet je ook de Manco-, breuk-, teveellijst invullen. Wat betekent manco?
A
Teveel
B
Te weinig
C
Gebroken
D
Open gemaakt
Slide 10 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Hoe noem je dit intern transportmiddel?
A
Pompwagen
B
Heftruck
C
Electrische pallettruck
D
Reachtruck
Slide 11 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Bij binnenkomst missen er twee broeken. Waar op de dervingslijst zet ik deze neer?
A
Breuk
B
Manco
C
Teveel
D
Tekort
Slide 12 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Welk intern transportmiddel zie je op de foto?
A
Bandentransporteur
B
Palletwagen
C
Rolcontainer
D
Steekwagen
Slide 13 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Welk intern transportmiddel zie je op de foto?
A
Bandentransporteur
B
Palletwagen
C
Rolcontainer
D
Steekwagen
Slide 14 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Informatie over een backorder vind je op een:
A
pakbon
B
bestellijst
C
manco-breuk-teveellijst
D
orderbevestiging
Slide 15 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Wat is geen intern transportmiddel
A
Vrachtwagen
B
Magazijnwagen
C
Dolly/hondje
D
Steekwagen
Slide 16 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Wat is een intern transportmiddel?
A
B
C
D
Slide 17 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Welk intern transportmiddel zie je hier?
A
Vorkheftruck
B
Dolly
C
Pompwagen
D
Rolcontainer
Slide 18 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Leveringen controleer je op twee punten, welke zijn dat?
A
Kwantiteit en colli
B
Kwantiteit en manco
C
Kwantiteit en kwaliteit
D
Kwaliteit en breuk
Slide 19 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Wat noteer je NIET op een MBTv-lijst?
(Manco, Breuk, Teveel lijst)
A
Teveel ontvangen artikelen
B
Artikelen in nota
C
Manco's in de levering
D
Kapotte artikelen
Slide 20 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
