Herhaling T3

Welkom 
  • Welkom 
  • Zitten op eigen plek
  • Mobieltje op stil in telefoontas
  • Boeken + schrift/pen op tafel
  • Jas, pet niet mee naar het lokaal 
  • Niet eten in het lokaal 
timer
5:00
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1,5

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Welkom 
  • Welkom 
  • Zitten op eigen plek
  • Mobieltje op stil in telefoontas
  • Boeken + schrift/pen op tafel
  • Jas, pet niet mee naar het lokaal 
  • Niet eten in het lokaal 
timer
5:00

Slide 1 - Diapositive

Herhaling T3

Slide 2 - Diapositive

Zintuigcellen maken van prikkels...
A
Prikkels
B
Impulsen
C
Warmte
D
Geur

Slide 3 - Quiz

Wat is de functie van een zintuig?
A
Impulsen omzetten naar prikkels en naar de hersenen sturen
B
Prikkels maken en doorsturen naar de hersenen
C
Prikkels omzetten naar impulsen en naar de hersenen sturen
D
Impulsen maken en doorsturen naar de hersenen

Slide 4 - Quiz

Het verschil tussen zintuigen en pikkels. Sleepvraag 
Zintuigen
Prikkels
Lichtzintuig
Gehoor- zintuig
Reukzintuig
Smaakzintuig
Warmtezintuig
Muziek luisteren
Appeltaart ruiken
Vuurwerk kijken
Een klap voelen
Snoep proeven

Slide 5 - Question de remorquage

pijnzintuig
druk zintuig
warmte zintuig
koude zintuig
tast zintuig

Slide 6 - Question de remorquage

Orgaan dat reageert op een invloed uit de omgeving
Invloed uit de omgeving
Liggen in een zintuig
Elektrische signalen
Leiden impulsen naar de hersenen
Zintuig
Prikkel
Zintuigcellen
Impulsen
Zenuwen

Slide 7 - Question de remorquage

prikkel
zintuig
bewustwording
Reactie

Slide 8 - Question de remorquage

Een vlieg loopt over je wang
In de winter krijg je koude handen op de fiets
Je staat onder de warme douche
Je voelt dat je schoenen knellen
Tast zintuig
Koudezintuig
warmte zintuigen
Druk zintuigen

Slide 9 - Question de remorquage

Dit vangen de zintuigcellen in je zintuigen op
A
Impulsen
B
Zenuwen
C
Prikkels
D
Licht

Slide 10 - Quiz

Uitwendige prikkels
Inwendige prikkels
licht
kou
dorst
geur
geluid
honger
spierpijn
hormonen

Slide 11 - Question de remorquage

Wat is GEEN zintuig in je huid?
A
Warmte zintuig
B
Voelzintuig
C
Tastzintuig
D
Drukzintuig

Slide 12 - Quiz

Wat gaat er door een gevoelszenuw?
A
Impulsen
B
Prikkels

Slide 13 - Quiz

Sleep de betekenis naar de juiste cel. 
Gevoelszenuwcel 
Bewegingszenuwcel 
Schakelcel 
impulsen van zintuigcel naar hersenen geleiden
impulsen van hersenen naar spieren geleiden
Impulsen in de hersenen geleiden 

Slide 14 - Question de remorquage

Bekijk de afbeelding.
Is dit een bewuste reactie
of een reflex?
A
Bewuste reactie
B
Reflex

Slide 15 - Quiz

Herhaling: wat is de prikkel voor je...
Oog
Oor
Neus
Tong
Huid
licht
geluid
geurstoffen
smaakstoffen
temperatuur
pijn
vormen

Slide 16 - Question de remorquage

Herhaling leerdoel: Je kunt de route die een geluidstrilling aflegt door de onderdelen van het oor noemen
-->
-->
-->
-->
-->
-->
gehoorbeentjes trillen
vocht in het slakkenhuis trilt
zintuigcellen zetten prikkel om in impulsen
impulsen gaan naar hersenen
geluid zorgt voor trillingen in de lucht
trommelvlies gaat trillen

Slide 17 - Question de remorquage

Gehoorzenuw
slakkenhuis
gehoorbeentjes
evenwichts orgaan
trommelvlies
buis van Eustachius
oorschelp
gehoorgang

Slide 18 - Question de remorquage

Herhaling Leerdoel: Je kunt bij de onderdelen van het oor de juiste functie zoeken
Oorsmeerkliertjes
Buis van Eustachius
Gehoorzenuw
Trommelvlies
Slakkenhuis
Zet geluidstrillingen om in impulsen (= elektrisch signaal)

Vervoert impulsen naar de hersenen

Geeft geluidstrillingen door aan gehoorbeentjes

Houden het trommelvlies soepel

Regelt de luchtdruk in de trommelholte

Slide 19 - Question de remorquage

Iemand die bijziend is...
A
Kan goed dichtbij kijken
B
Kan goed in de verte zien

Slide 20 - Quiz

Welke persoon kan er wel diepte zien?
A
B

Slide 21 - Quiz

Waardoor kun je scherp zien; dichtbij, maar ook in de verte?
A
Doordat er een beeld zowel voor als achter het netvlies kan ontstaat.
B
Doordat de vorm van het netvlies verandert.
C
Doordat het beeld op het netvlies wordt omgedraaid.
D
Doordat de bolvorm van de ooglens kan veranderen.

Slide 22 - Quiz

Hoe wordt het oog vochtig gehouden?
A
alleen door het vocht van de traanklier
B
door al knipperend vocht te verspreiden over het oog
C
door de wenkbrauwen
D
door de wimpers

Slide 23 - Quiz

Een prikkel wordt opgevangen door een zintuigcel. Deze maakt een impuls. Wat is een impuls?
A
Een chemische reactie
B
Een stroompje
C
Hetzelfde als een prikkel

Slide 24 - Quiz

Welke onderdelen vind
je in het uitwendige oor?
A
oorschelp, gehoorgang en trommelvlies
B
oorschelp, gehoorgang en oorsmeerkliertjes
C
oorschelp en oorsmeerkliertjes
D
oorschelp en gehoorgang

Slide 25 - Quiz

Welke onderdelen
vind je in het
middenoor?
A
trommelvlies, gehoorbeentjes en trommelholte
B
trommelvlies en gehoorbeentjes
C
trommelvlies, gehoorbeentjes en gehoorgang
D
gehoorgang, trommelvlies, trommelholte en gehoorbeentjes

Slide 26 - Quiz

Welke onderdelen
vind je in het
binnenoor?
A
trommelholte, slakkenhuis en gehoorzenuw
B
slakkenhuis, evenwichtsorgaan en gehoorzenuw
C
slakkenhuis, buis van Eustachius, evenwichtsorgaan en gehoorzenuw
D
slakkenhuis en buis van Eustachius

Slide 27 - Quiz

Wat is de weg van het geluid naar je hersenen?
-->
-->
-->
-->
-->
-->
gehoorbeentjes trillen
vocht in het slakkenhuis trilt
zintuigcellen zetten prikkel om in impulsen
impulsen gaan naar hersenen
geluid zorgt voor trillingen in de lucht
trommelvlies gaat trillen

Slide 28 - Question de remorquage

In welk deel van het oor
liggen de
gehoorzintuigcellen?
A
trommelvlies
B
trommelholte
C
gehoorzenuw
D
slakkenhuis

Slide 29 - Quiz

Welk deel van het oor beschadigd door langdurige overbelasting?
A
trommelvlies
B
gehoorbeentjes
C
trommelholte
D
trilhaartjes in het slakkenhuis

Slide 30 - Quiz