02. Art 32 t/m 41

Dimlicht is verplicht…
A
‘s Nachts en overdag als de straatverlichting aangaat.
B
‘s Nachts en overdag bij slechte weersomstandigheden als het zicht hierdoor ernstig wordt belemmerd.
C
Alleen ‘s nachts en in tunnels.
1 / 16
suivant
Slide 1: Quiz
verkeersopleidingenBeroepsopleiding

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Dimlicht is verplicht…
A
‘s Nachts en overdag als de straatverlichting aangaat.
B
‘s Nachts en overdag bij slechte weersomstandigheden als het zicht hierdoor ernstig wordt belemmerd.
C
Alleen ‘s nachts en in tunnels.

Slide 1 - Quiz

Met welke verlichting combineert u mistlicht voor?
A
dimlicht
B
grootlicht
C
mistlicht achter

Slide 2 - Quiz

Door zeer dichte mist is het zicht 40 meter, welke lichten mag u aanzetten?
A
Alleen mistlicht voor.
B
Mistlicht voor en achter.
C
Alleen mistlicht achter.

Slide 3 - Quiz

U rijdt overdag door een bebost gebied, mag u voor beter zicht uw grootlicht aanzetten?
A
Ja, dan val je goed op.
B
Ja, maar ik moet dit dimmen als ik ander verkeer nader.
C
Nee, grootlicht mag alleen als het donker is.
D
Nee, grootlicht mag alleen na zonsondergang tot zonsopgang.

Slide 4 - Quiz

Door hevige regenval is uw zicht minder dan 50 m. Mag u uw mistlicht achter aanzetten?
A
Ja, bij minder dan 50 meter zicht zet ik mijn mistlicht achter aan.
B
Nee, niet bij regen.

Slide 5 - Quiz

U ontsteekt uw dimlicht, welke verlichting moet nu verplicht mee branden?
A
Achterlicht, stadslicht en kentekenplaatverlichting.
B
Achterlicht, dagrijlampen en stadslicht.
C
Stadslicht, dagrijlampen en kentekenplaatverlichting.

Slide 6 - Quiz

Het zicht is door zeer dichte mist maar 40 meter. Moet u uw mistlicht achter aanzetten?
A
Ja, dat moet.
B
Nee, dat mag.

Slide 7 - Quiz

Welke verlichting is naast de achterlichten bij een aanhanger nog meer verplicht?
A
Groot licht.
B
Mistlicht achter.
C
Kentekenplaatverlichting.

Slide 8 - Quiz

Bent u als fietser verplicht verlichting op de fiets te voeren bij nacht?
A
Ja, uw fiets moet voorzien zijn van de juiste verlichting.
B
Nee, u mag als fietser ook knipperende verlichting dragen op de borst of rug.
C
Nee, u mag als fietser ook verlichting dragen op de borst of rug.

Slide 9 - Quiz

Wat geldt ten aanzien van de verlichting op een fiets op meer dan 2 wielen, met 2 voorwielen?
A
Deze moet voorzien zijn van 2 witte of 2 gele lichten symmetrisch geplaatst vanuit het midden.
B
Deze moet voorzien zijn van richtingaanwijzers.
C
Deze moet voorzien zijn van 1 wit of geel licht aan de voorzijde alsmede 1 rood licht aan de achterzijde.

Slide 10 - Quiz

Is een rolstoelgebruiker verplicht verlichting te voeren bij nacht of overdag tijdens slechte weersomstandigheden, waardoor het zicht ernstig belemmerd wordt?
A
Ja, altijd.
B
Nee, al wordt het sterk aangeraden.
C
Ja, wanneer zij op de rijbaan, fietspad of fiets/bromfietspad rijden.

Slide 11 - Quiz

Wat geldt ten aanzien van het voeren van verlichting voor een ruiter?
A
Zij moeten op hun zadel verlichting voeren, of op hun borst wit en geel licht en rood licht achter op de rug dragen.
B
Voor ruiters is niets geregeld omtrent verlichting.
C
Zij moeten een lantaarn meevoeren die naar voren wit of geel licht en naar achteren rood licht uitstraalt.

Slide 12 - Quiz

Een door voetgangers gevormde colonne op de rijbaan moet bij dag, indien het zicht ernstig wordt belemmerd en ‘s nachts aan de linker voorzijde een witte of gele lantaarn en aan de achterzijde een rode lantaarn meevoeren, die rondom licht uitstraalt. Waar geldt dit?
A
Alleen binnen de bebouwde kom.
B
Alleen buiten de bebouwde kom.
C
Zowel binnen als buiten de bebouwde kom.

Slide 13 - Quiz

U staat tijdens de schemer met uw auto buiten de bebouwde kom op de rijbaan stil. Welke verlichting is nu verplicht?
A
Stadslicht en achterlicht.
B
Dimlicht en waarschuwingslichten.
C
Geen, u mag hier niet stil gaan staan.

Slide 14 - Quiz

Met welke verlichting wordt uw
dagrijlicht gecombineerd bij het inschakelen daarvan?
A
Uw dimlicht voor en achterlicht.
B
Uw stads- en achterlicht.
C
Geen, uw dagrijlichten worden niet gecombineerd.

Slide 15 - Quiz

Mag u op uw lesauto gebruik maken van een verlicht transparant?
A
Ja, zolang dit geen blauw licht is en niet knippert.
B
Ja, zolang deze is voorzien van de voorgeschreven "L"
C
Nee, het bord mag geen licht uitstralen.

Slide 16 - Quiz