Paragraaf 3.4 Het platteland

3 Gebieden Zuid Amerika
Paragraaf 3.4 Het platteland

Domein Gebieden
5V
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

3 Gebieden Zuid Amerika
Paragraaf 3.4 Het platteland

Domein Gebieden
5V

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
Je weet dat globalisering op het platteland zichtbaar is in plantagegebieden, maar ook in de mijnbouw, boskap, toerisme of geldzendingen (remittances) van migranten. 
Je kunt de ontwikkelingen op het platteland analyseren met gebruikmaking van verschillende dimensies.

Slide 2 - Diapositive

Tegenstellingen op het platteland
  • Zelfvoorzienende landbouw
  • Commerciële landbouw

  • Minifundia
  • Latifundia

Slide 3 - Diapositive

Sociale ongelijkheid op het platteland
De grote sociale ongelijkheid zie je op het platteland terug in het verschil tussen de typen landbouwbedrijven.

minifundia
latifundia
hacienda

Slide 4 - Diapositive

Sociale ongelijkheid op het platteland

Slide 5 - Diapositive

Kenmerken van landbouwbedrijven in Zuid-Amerika
Minifundia
Latifundia
Zelfvoorzienende bedrijven
specialisatie
weinig verkoop
veel verschillende product
kapitaalintensief
weinig machines
commercieel
pesticiden en kunstmest

Slide 6 - Question de remorquage

Groene revolutie

Slide 7 - Diapositive

Aanleiding

Wat houdt het in?




Gevolgen?
  • Groeiende bevolking, zorg over voedselvoorziening
  • Introductie van nieuwe variëteiten, kunstmest, pesticiden, nieuwe irrigatietechnieken, verbeterde zaden 
  • Vergroting productie, vooral rijkere boeren doen mee en profiteren

Slide 8 - Diapositive

Flex-gewassen

Slide 9 - Diapositive

Welke gewassen?
Waarom deze naam?



Waarom groeit productie sterker dan het areaal?
Gevolgen?
  • Mais, oliepalm, soja, suiker
  • Kunnen voor meerdere doeleinden gebruikt: voedsel, energie, industriegrondstof
  • Intensivering

  • Landgrabbing, minder voedsel voor bevolking, kleine boeren failliet

Slide 10 - Diapositive

De soja-republiek

Slide 11 - Diapositive

Soja
  • Een van de belangrijkste exportproducten van Zuid-Amerika.
  • Eiwitrijke boon die verwerkt wordt als veevoer, maar ook als tofoe, tempé, sojasaus, sojamelk, etc. 
  • Geteeld in enorme monocultuur plantagegebieden
  • Productie vooral in handen van de agro-business, multinationale bedrijven die de hele productieketen (van zaad tot sojamelk in de winkel) in handen hebben

Slide 12 - Diapositive

Commerciele landbouw
- bijzondere exportgewassen
-> slechtere situatie voor de kleine boeren; minder subsidies, verhoging productiekosten, afbouw subsidies

NGO's (niet gouvernementele ontwikkelingsorganisaties) die pakten een rol nu de overheid er niet meer is. 
-> beter onderwijs, gezondheidszorg

Slide 13 - Diapositive

Land-grabbing

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Lien

Land grabbing opdracht

Slide 16 - Diapositive

Wat is de situatie rondom land grabbing?

Slide 17 - Question ouverte

Wie zijn de betrokken partijen?

Slide 18 - Question ouverte

Wat zijn de belangen van de betrokken partijen?

Slide 19 - Question ouverte


Slide 20 - Question ouverte

Wat zijn de gevolgen van land grabbing?

Slide 21 - Question ouverte

Wat is jouw mening over land grabbing?

Slide 22 - Question ouverte

Hoe zou het beter kunnen?

Slide 23 - Question ouverte

Gevolgen land-grabbing
Teelt van eenzijdige producten -> monocultuur plantages

Ontstaan Sojarepubliek...

Tegenstanders:
- verdwijnen lokale voedselproductie
- uitputting van de grond
- vervuiling etc etc

Slide 24 - Diapositive

Land grabbing
  • Het enorme gebied voor sojateelt is deels het gevolg van landgrabbing.
  • Groot deel door de Golfstaten, Japan, Zuid-Korea, VS en EU

Slide 25 - Diapositive

Waarom zijn er veel investeringen door Japan, de VS, de EU, Zuid-Korea en China in de sojateelt in Zuid-Amerika?
A
Dichtbij gelegen waar de soja naartoe gaat
B
Zelf weinig plaats voor zulke enorme oppervlakten landbouwgrond
C
Daar eten de mensen veel sojaproducten
D
Daar eten mensen meer vlees (welvaart) en daarvoor is veel veevoer nodig

Slide 26 - Quiz