Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
Les 4
MKT - 14 juni
EV - 22 juni
Slide 1 - Diapositive
¿Qué hacemos hoy?
- Deberes?
- Repasar la semana pasada (la hora)
- El verbo 'querer'
- Schrijfopdracht
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
create.kahoot.it
Slide 4 - Lien
Querer = willen
Tekstboek pagina 47 (en 135)
Als hulpwerkwoord, maar ook zelfstandig
Ik wil eten ik wil een hamburger
Quiero comer Quiero una hamburguesa
We gaan zinnen maken. Pak erbij:
werkwoord querer
tijdsaanduidingen werkboek pag. 40
Slide 5 - Diapositive
Querer
Yo quiero
tú quieres
él/ella /ud quiere
nosotros queremos
vosotros queréis
ellos/ellas quieren
Slide 6 - Diapositive
Hoe zeg je: Morgen wil ik patat
Slide 7 - Question ouverte
Hoe zeg je: Elke dag willen wij zon
Slide 8 - Question ouverte
Hij wil nooit werken
Slide 9 - Question ouverte
Jij wil nooit bier
Slide 10 - Question ouverte
Ik wil in een restaurant eten
Slide 11 - Diapositive
Wil je Spaans spreken?
Slide 12 - Diapositive
Maak een zin met 'querer'
Slide 13 - Diapositive
Maak een zin met 'querer'
Slide 14 - Diapositive
Maak een zin met 'querer'
Slide 15 - Diapositive
Een e-mail beantwoorden
Download uit TEAMS - BESTANDEN
Opdracht 'Mail werkboek hoofdstuk 4'
Zie ook werkwoord 'querer' : tekstboek pag. 47
Slide 16 - Diapositive
Estimados señores:
Queremos celebrar una cena de empresa el jueves día 20 a las nueve y media.
Somos diez personas.
La reserva es a nombre de la empresa Masisa.
¿Pueden reservar una mesa para nosotros? ¿Por la noche tienen un menú*?
¿Cuánto cuesta?
Atentamente,
Juana Nadal
Slide 17 - Diapositive
Jouw antwoord
Slide 18 - Question ouverte
* ‘menú’ in Spanje betekent een dagmenu. Je kunt dan vaak kiezen uit een paar voorgerechten, hoofdgerechten en desserts, voor een vaste prijs.
Vaak inclusief water en wijn.
Slide 19 - Diapositive
Schrijf de werkwoorden/werkwoordsvormen op die in de mail voorkomen
Slide 20 - Question ouverte
Bij sommige werkwoorden ontbreekt het persoonlijk voornaamwoord. Bijvoorbeeld in de 1e zin: Queremos .... Welk persoonlijk voornaamwoord hoort hierbij?
Slide 21 - Question ouverte
¿Pueden reservar una mesa para nosotros?
Welk persoonlijk voornaamwoord hoort bij 'pueden'?
Slide 22 - Question ouverte
¿Por la noche tienen un menú? Welk persoonlijk voornaamwoord hoort bij 'tienen'?