§2.6 Kopen op krediet

2.6 Kopen op krediet
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

2.6 Kopen op krediet

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we vandaag doen?
  • Herhaling begrippen 2.5
  • Uitleg begrippen 2.6
  • Werken aan studiewijzer

Slide 2 - Diapositive

2.5 Weet je het nog?
Begrippen:
  • Persoonlijke lening
  • Termijn
  • Aflossing
  • Rente

Slide 3 - Diapositive

§2.6 Kennen / kunnen
Begrippen:
  • Koop op afbetaling
  • Doorlopend krediet
  • Kredietlimiet
  • Huurkoop
  • Leasing
  • Effectieve rente

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

Drie kredietvormen
Er zijn drie kredietvormen:
  1. Salariskrediet

  2. Persoonlijke lening 

  3. Doorlopend krediet 
- 500

Slide 6 - Diapositive

Koop op afbetaling

Slide 7 - Diapositive

Koop op afbetaling twee afspraken
  • Kopen op afbetaling:
    -
    betaalt aankoop bij winkel in termijnen.
    - je wordt eigenaar van product op moment van koop.

Slide 8 - Diapositive

Doorlopend krediet lening

Slide 9 - Diapositive

Leasing
Huur

Geen lening --> geen aflossing

Investering in het product, onkosten en waardevermindering van het product.

Slide 10 - Diapositive

Huurkoop en leasing
Huurkoop: eigenaar na betaling laatste termijn
Leasing: huur van duurzaam gebruiksgoed over langere tijd

Slide 11 - Diapositive

 Doorlopend krediet
  • Maximaal afgesproken bedrag: kredietlimiet.
  • Je hoeft niet alles te lenen.
  • Je betaalt alleen rente over het gedeelte wat je hebt geleend.
  • betaal je termijn die hoort bij de kredietlimiet
  • Lening afbetalen/aflossen in termijnen.

Slide 12 - Diapositive

bij huurkoop
A
direct eigenaar
B
bij betaling laatste termijn
C
als de rente veranderd
D
nooit

Slide 13 - Quiz

Effectieve rente
De effectieve rente = rente + bijkomende kosten van een lening.

De effectieve rente is bij een bank lager dan bij een winkel.

Slide 14 - Diapositive

Wat is kopen op afbetaling?
A
Als je onderhandelt en het product goedkoper krijgt.
B
Je krijgt het product nu zonder te betalen. Je betaalt later met rente.
C
Je mag betalen als het jou uitkomt

Slide 15 - Quiz

Wat is onjuist over koop op afbetaling?
A
Je betaalt rente en aflossing
B
Je betaalt in termijnen
C
Je hebt een lening bij de bank
D
Je bent meteen eigenaar van het product

Slide 16 - Quiz

Wat is een doorlopend krediet?
A
Je kan tot een maximaal bedrag lenen. Dit mag je in delen of in een keer opnemen.
B
Rood staan
C
Je leent een bedrag en betaalt in gelijke termijnen terug
D
Leasen

Slide 17 - Quiz

Wanneer ben je eigenaar bij leasing?
A
Bij levering
B
Als alle termijnen zijn betaald
C
Nooit
D
Als het contract afloopt

Slide 18 - Quiz

Hoe heet de leningsvorm waarbij je tot een bepaald bedrag op afbetaling mag kopen tot een afgesproken kredietlimiet?
A
Persoonlijke lening
B
Doorlopend krediet
C
Hypotheek

Slide 19 - Quiz