1.1 Hoe ontstond de industrie

1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

LEERDOELEN 1.1  
Aan het einde van deze paragraaf: 
  • weet je hoe aan het begin van de tijd van burgers en stoommachines de  productie verliep 
     
  • kun je uitleggen hoe en waardoor de productie toenam;
     
  • kun je beschrijven hoe de industrialisatie in Nederland verliep;
      
  • weet je wat door de industrie veranderde in de verhouding tussen werkgevers en werknemers.




Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Oude krachten

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

Slide 7 - Diapositive

Stoommachine 
Stoommachine van James Watt (England)
Begin van de industriële revolutie. Niet meer werken met de hand maar met machines

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive


Spinning Jenny
1764



  • Als je sneller kunt weven, heb je ook meer draad nodig.
  • Met de Spinning Jenny van James Hargreaves kon je 8 en later 16 draden tegelijk spinnen




Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Vidéo

Slide 14 - Vidéo

Slide 15 - Lien

De industriële revolutie is begonnen in...
A
Engeland
B
Nederland
C
Duitsland
D
België

Slide 16 - Quiz

Deze 'lesson up' gaat over de industriële revolutie.

Wanneer was de industriële revolutie?
A
In de 18e eeuw
B
In de 19e eeuw
C
In de 20e eeuw
D
In de 21e eeuw

Slide 17 - Quiz

Wat zijn gevolgen van de industriële revolutie?
A
Veel productie in korte tijd
B
Kinderarbeid
C
Veel bouw van fabrieken
D
Lange werkdagen

Slide 18 - Quiz

Wat betekent "Industriële Revolutie"?
A
verandering in de manier van denken
B
verandering van manier om met werknemers om te gaan
C
verandering van de manier van produceren
D
grote verandering in korte tijd

Slide 19 - Quiz

Welke machine zorgde voor de start van de Industriële Revolutie?
A
De tractor
B
De katoenplukmachine
C
De Spinmachine
D
De Stoommachine

Slide 20 - Quiz

Wat is de industriële revolutie?
A
De overgang van jagen en verzamelen naar de landbouw
B
De trek van het platteland naar de stad
C
De overgang van werken met de hand naar werken met machines
D
Grote groepen arbeiders die in fabrieken werken.

Slide 21 - Quiz

taken
-Maak de vragen van 1.1
- stencil van stoommachine
klaar dan:
Ga naar blz 42 en schrijf de begrippen van 1.1  en hun betekenis 
op een blaadje.

Slide 22 - Diapositive

aan de slag!

Slide 23 - Diapositive