H7.3deel2

VWO 4 
7.3 Het ancien régime

Lesdoelen:
In deze paragraaf leer je:
- hoe de Franse revolutie ontstond.
- hoe Frankrijk zich ontwikkelde van monarchie naar republiek.
- hoe Frankrijk een keizerrijk werd.


KA: De democratische revoluties in westerse landen met als gevolg discussies over grondwetten, grondrechten en staatsburgerschap.
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

VWO 4 
7.3 Het ancien régime

Lesdoelen:
In deze paragraaf leer je:
- hoe de Franse revolutie ontstond.
- hoe Frankrijk zich ontwikkelde van monarchie naar republiek.
- hoe Frankrijk een keizerrijk werd.


KA: De democratische revoluties in westerse landen met als gevolg discussies over grondwetten, grondrechten en staatsburgerschap.

Slide 1 - Diapositive


Tijdens welke van deze vier periodes werd ons land 
de Bataafse Republiek genoemd?
A
Periode 1: de stadhouder, Willem V, heeft de macht.
B
Periode 2: de patriotten hebben de macht, nadat ze de stadhouder verjaagd hebben.
C
Periode 3: Lodewijk Napoleon is koning van ons land, nadat Napoleon de macht van de patriotten afnam.
D
Periode 4: ons land is bezet door de Fransen, nadat Napoleon zijn broer heeft afgezet. Ons land is een provincie van het Franse Rijk.

Slide 2 - Quiz


De patriotten vonden het niet goed dat de stadhouder zoveel macht had. Zij vonden dat het volk het voor het zeggen moest hebben. En dan niet alleen de regenten, maar het héle volk. Met wie kun je de patriotten daarom wel vergelijken? Kies het juiste antwoord.
A
Met de Franse koning, want hij wilde ook dat het volk meer macht kreeg.
B
Met de Franse derde stand, die in opstand kwam om meer macht te krijgen.
C
Met de edelen uit de middeleeuwen.
D
Met de Franse edelen, die tegen het absolutisme waren.

Slide 3 - Quiz

Lees de vijf uitspraken over politiek (A-E). Noteer de letters van de juiste uitspraken. (2 punten)
A De theorie van Montesquieu was een reactie op het beleid van de Franse koningen.
B John Locke was voor het afschaffen van de monarchie.
C Rousseau vond dat de soevereiniteit afkomstig was van het volk.
D Volgens John Locke mogen burgers de bestuurders vervangen als die niet meer hun instemming hebben.
E Volgens Montesquieu moest de regering wetten opstellen en rechtspreken.

Slide 4 - Question ouverte

Dit geldt voor een verlicht vorst
Dit geldt NIET voor een verlicht vorst.
Kan wel, kan niet gelden
Censuur toepassen
Scholen bouwen
Godsdiensttolerantie
democratie bevorderen
vooruitgangsdenken
geloof in natuurrechten
gelijkheidsdenken
godsdienstvervolging
Trias Politica bevorderen
sociaal contract
Deïsme

Slide 5 - Question de remorquage

De Bataafse revolutie tijdlijn
1787
1789
1806
1793
1795
1810
Franse revolutie begint
Oprichting van de Bataafse Republiek
Oorlogs-verklaring Frankrijk aan Willem V
Napoleon Bonaparte neemt het konings-schap over.
Patriotten proberen macht te grijpen maar verjaagd door Pruisen
Lodewijk Napoleon wordt de eerste koning van NL

Slide 6 - Question de remorquage

VWO 4 
7.3 De democratische revoluties
Het ontstaan van de Franse revolutie
Franse revolutie (1789 - 1799)
Voorgeschiedenis:
- Armoede onder de bevolking
- Hoge staatsschuld i.v.m. dure oorlogen en dure hofleven.

1788: Lodewijk XVI riep Staten-Generaal bijeen > meer belasting innen voor staatsschuld​.   --> Voorjaar 1789: Fransen kozen afgevaardigden van hun eigen stand.
(Censuskiesrecht)​
5 mei 1789: onenigheid in Staten-Generaal over wijze van stemmen > als standen of als afgevaardigden?​ --> juni 1789: burgers riepen Nationale Vergadering uit.



'Qu'ils mangent de la brioche'
'Let them eat cake'
Nationale vergadering.

Staten-Generaal in Frankrijk.

Slide 7 - Diapositive

VWO 4 
7.3 De democratische revoluties
Het ontstaan van de Franse revolutie
Reactie Lodewijk? Geruchten over soldaten die richting Parijs zouden komen om de Nationale vergadering te ontbinden.

--> 14 juli 1789 bestorming van de Bastille (startsein).
          Geweld sloeg over naar de rest van Frankrijk. 
          Kloosters, kastelen en landhuizen werden in 
          brand gestoken. Edelen en geestelijken vermoord.

Nationale vergadering (regeert van 1789 - 1792);
- schafte alle feodale rechten af.
- Nam de Verklaring van de Rechten van de Mens en de Burger aan -->
- Volk soeverein, alle mensen zijn vrij en gelijk voor de wet. De staat moet hun rechten beschermen. 

Slide 8 - Diapositive

VWO 4 
7.3 De democratische revoluties
Van monarchie naar republiek.
Nationale Vergadering met meerderheid van bourgeoisie bracht in 1791 grondwet tot stand --> Frankrijk werd constitutionele monarchie:​

- (nieuwe) Wetgevende Vergadering – wetgevende macht​ 
- Koning – uitvoerende macht​

​Wetgevende Vergadering verklaarde in 1792 Oostenrijk de oorlog, inval in Frankrijk met steun van Pruisen --> nieuwe volkswoede-- > nieuwe verkiezingen 

--> nieuw radicaler parlement --> afschaffing monarchie, Frankrijk werd republiek --> guillotine voor Lodewijk XVI  (Louis Capet)=--> coalitie van Spanje, de Republiek en Groot-Brittannië met Oostenrijk en Pruisen tegen Frankrijk.

Gekozen door ruim de helft van de Franse mannen.
Alleen mannen met een bepaald inkomen kregen het staatsburgerschap en dus ook kiesrecht.
1792 grepen de Jacobijnen de macht (radicale revolutionairen)
- Afschaffing monarchie
- Onthoofding koning'
- 'terreur'

Slide 9 - Diapositive

VWO 4 
7.3 De democratische revoluties
Van monarchie naar republiek.
Radicalere revolutionairen kregen het voor het zeggen: regering o.l.v. Robespierre:​
- revolutionaire jaartelling i.p.v. christelijke​
- kerken gesloten​
- Algemene Wil: vijand van de regering was vijand van het volk en de revolutie​.

--> 1793: afkondiging terreur: 
1 bangmakerij met geweld.
2 schrikbewind, bestuur dat zijn onderdanen met geweld bang maakt​.
- tienduizenden mensen onthoofd​

1794: Robespierre slachtoffer samenzwering > onthoofd







Britse spotprent over de terreur.

Slide 10 - Diapositive

Napoleon Bonaparte neemt de macht over in het Franse Rijk en stelt Lodewijk Napoleon aan als de eerst koning van Nederland. 
Lodewijk XVI wil om het begrotingstekort op te lossen belasting opleggen aan de 1e en 2e stand en roept daarom de Staten-Generaal voor het eerst in 175 jaar weer bij elkaar 
De Parijse bevolking beëindigt de Terreur, Frankrijk verspreid doormiddel van oorlogen de revolutionaire ideeën. 
Lodewijk XVI erkent de Nationale Vergadering en komt gedwongen in Parijs wonen, om dichter bij het volk te zijn. 
Onrusten over de slechte behandeling van de derde stand en hongersnood leiden tot de bestorming van de Bastille (Franse Revolutie)

Slide 11 - Question de remorquage

VWO 4 
7.3 De democratische revoluties
Van republiek naar keizerrijk
Na val Robespierre:​ volksinvloed werd teruggedrongen​.
 
- 1796-1797 generaal Napoleon ‘bevrijdde’ Italië​. Frankrijk had door zijn dienstplicht een groot leger opgebouwd. 
1799 Napoleon zette regering af, greep alleenheerschappij​
- Napoleon liet zijn staatsgreep goedkeuren in een referendum​ (verlicht) . Belangrijke beslissingen werden met referenda doorgevoerd (fraude). 
- Napoleon sloot vrede met alle vijanden, einde vervolging adel en geestelijkheid​
- 1804 Napoleon kroonde zichzelf tot keizer, onderwierp grote delen Europa​
- 1812 dramatische nederlaag in Rusland​
- 1813 nederlaag bij Leipzig​
- 1815 definitief verslagen bij Waterloo, vrede in Europa









Slag bij Waterloo

Slide 12 - Diapositive

VWO 4 
7.3 De democratische revoluties
Aan de slag!

- Maak de Flipgrid over Napoleon in tweetallen.
- Maak de gedeelde LessonUp af.
- Maak de Eindopdrachten via Teams 

Slide 13 - Diapositive

Geschiedenis-domino! Leg de stenen op de goede plek zodat de juiste volgorde ontstaat.
1
2
3
4
5
6

Slide 14 - Question de remorquage

Gebruik afbeelding 7.16. Leg uit dat deze afbeelding past bij het kenmerkend aspect van deze paragraaf.

Slide 15 - Question ouverte

Noem van de Franse revolutie (1789- 1799):
- een indirecte oorzaak
- een directe oorzaak
- een indirect gevolg en
- een direct gevolg.

Slide 16 - Question ouverte

Gebruik afbeelding 7.15. Leg uit dat deze past bij het kenmerkend aspect van deze paragraaf.

Slide 17 - Question ouverte

Wat is de continuïteit en wat verandering in de Franse Revolutie?
Sleep de blokken naar de juiste plek
2.1.3
Continuïteit
Verandering

De meeste mensen bleven wonen en werken op het platteland tijdens de revolutie
Een deel van de derde stand was nog steeds arm en leed honger na jaren van opstand
Frankrijk krijgt met Napoleon Bonaparte feitelijk een nieuwe alleenheerser in Frankrijk
Lodewijk XVI werd afgezet als koning en  onthoofd door de guillotine
Door het invoeren van de grondrechten en een grondwet kregen burgers rechten 

Slide 18 - Question de remorquage