Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
N - werkwoordvervoeging tt regelmatig
Het werkwoord in de tegenwoordige tijd (das Präsens)
1 / 23
suivant
Slide 1:
Diapositive
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
Cette leçon contient
23 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
45 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Het werkwoord in de tegenwoordige tijd (das Präsens)
Slide 1 - Diapositive
Doel:
Werkwoorden vervoegen in de tegenwoordige tijd
Slide 2 - Diapositive
Wisst ihr es noch? Das Verb sein.
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
bin
bist
ist
sind
seid
sind
sein
sein
Slide 3 - Question de remorquage
Das Verb haben
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
habe
hast
hat
haben
habt
haben
Slide 4 - Question de remorquage
Je weet al ...
Ik heet =
Slide 5 - Question ouverte
Je weet al ...
Ik woon =
Slide 6 - Question ouverte
Je weet al ...
Hoe vind je =
Slide 7 - Question ouverte
(
fe
)esttenten
ich stam+
e
du stam+
st
er/es/sie stam +
t
wir stam+
en
ihr stam+
t
sie/Sie stam+
en
Slide 8 - Diapositive
(
fe
)esttenten
wohnen de stam = wohn
ich wohn+
e
du wohn+
st
er/es/sie wohn +
t
wir wohn+
en
ihr wohnm+
t
sie/Sie wohn+
en
Slide 9 - Diapositive
Sie/sie
du
er/sie/es
ich
wir
ihr
-e
-st
-t
-en
-en
-t
Slide 10 - Question de remorquage
(
e
)ettenten
ich stam+
e
du stam+
t
er/es/sie stam +
t
wir stam+
en
ihr stam+
t
sie/Sie stam+
en
Als de stam eindigt op een sisklank (s, ss, ß, x of z), is de uitgang bij du een -t in plaats van -st
Slide 11 - Diapositive
(
e
)ettenten
heißen de stam = heiß
ich heiß+
e
du heiß+
t
er/es/sie heiß +
t
wir heiß+
en
ihr heiß+
t
sie/Sie heiß+
en
Slide 12 - Diapositive
feesttenten
eettenten
wohnen
heißen
rennen
tanzen
reisen
schreiben
fassen
beißen
Slide 13 - Question de remorquage
Wo . . . deine Großeltern?
[wohnen]
Slide 14 - Question ouverte
Max . . . seiner Freundin Ohrringe.
[schenken]
Slide 15 - Question ouverte
Warum . . . du diesen Mann so?
[hassen]
Slide 16 - Question ouverte
Ich . . . dir heute eine E-Mail.
[schreiben]
Slide 17 - Question ouverte
Wie oft . . . du deine Verwandten?
[besuchen]
Slide 18 - Question ouverte
Mit wem . . . du denn die ganze Zeit?
[tanzen]
Slide 19 - Question ouverte
BELANGRIJK!
Als de stam van een werkwoord eindigt op -d of -t, dan krijgt de
du- en er/sie/es-, en ihr-persoon een extra -e
:
Reden (praten)
ich rede
du red
est
er/sie/es red
et
wir reden
ihr red
et
Sie/sie reden
Slide 20 - Diapositive
Ihr . . . das Geschenk nie!
[finden]
Slide 21 - Question ouverte
... du das Kind aus dem Wasser?
[retten]
Slide 22 - Question ouverte
feesttenten
Wil je meer uitleg?
Zoek in
YouTube
op "feesttenten Duits"
of
kijk de uitlegfilmpjes via de online leeromgeving
Slide 23 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
Feesttenten
Octobre 2020
- Leçon avec
16 diapositives
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Feesttenten
Janvier 2024
- Leçon avec
10 diapositives
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
N - werkwoordvervoeging tt regelmatig
Janvier 2021
- Leçon avec
21 diapositives
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
(Fe)esttenten + prs vnw tegenw. tijd regelm. ww
Octobre 2022
- Leçon avec
22 diapositives
Duits
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 2
(Fe)esttenten
Mai 2022
- Leçon avec
13 diapositives
Duits
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 2
(Fe)esttenten
Septembre 2023
- Leçon avec
13 diapositives
Duits
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 2
MW 13.12. K2 znw,
Décembre 2021
- Leçon avec
39 diapositives
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
(Fe)esttenten
Septembre 2024
- Leçon avec
16 diapositives
Duits
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 2