Herhaling les grammar 4.1: the passive 3K
1 / 18
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Vidéo
Wat is hier het onderwerp?
A thief steals the camera.
A thief steals the camera.
A
A thief
B
steals
C
the camera
Slide 4 - Quiz
Wat is hier het werkwoord?
A thief steals the camera.
A thief steals the camera.
A
A thief
B
steals
C
the camera
Slide 5 - Quiz
Wat is hier het object/lijdend voorwerp?
A thief steals the camera.
A thief steals the camera.
A
A thief
B
steals
C
the camera
Slide 6 - Quiz
Is dit een 'active' of 'passive' zin?
A thief steals the camera.
A thief steals the camera.
A
active
B
passive
Slide 7 - Quiz
Is dit een 'active' of 'passive' zin?
The camera is stolen.
The camera is stolen.
A
active
B
passive
Slide 8 - Quiz
Wat is hier het object/lijdend voorwerp?
The camera is stolen.
The camera is stolen.
A
The camera
B
is
C
stolen
Slide 9 - Quiz
Wat is/zijn hier het werkwoord/de werkwoorden?
The camera is stolen.
The camera is stolen.
A
The camera
B
is
C
stolen
Slide 10 - Quiz
Maak deze zin 'passive'.
The teacher threw the pen.
The teacher threw the pen.
Slide 11 - Question ouverte
Maak deze zin 'passive'.
The banks lends a lot of money.
The banks lends a lot of money.
Slide 12 - Question ouverte
Maak deze zin 'passive'.
Two girls smoke a cigarette.
Two girls smoke a cigarette.
Slide 13 - Question ouverte
En? Heb je het een beetje door, denk je?
Zo ja; ga naar de volgende pagina.
Zo nee; bekijk het eerste filmpje nog eens.
Zo ja; ga naar de volgende pagina.
Zo nee; bekijk het eerste filmpje nog eens.
