Presente perfecto

• Spaans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Lesdoel: 

De presente perfecto kunnen vormen.

El presente perfecto

De voltooid tegenwoordige tijd:

Ik heb gegeten

Wij hebben gedanst

Jij bent geweest

Hoe vormen we deze tijd?

YO	HE
TÚ	HAS
ÉL/ELLA/USTED	HA
NOSOTROS	HEMOS
VOSOTROS	HABÉIS
ELLOS/ELLAS	HAN

Hulp ww. HABER

-AR: ado

-ER: ido

-IR: ido

Voorbeelden

Ik heb gegeten: he comido

Wij hebben gegeten: hemos comido

Jullie hebben gegeten: habéis comido

Ik heb niet gegeten: NO he comido

Dus NIET: he NO comido

Onregelmatige ww p.10 TB

(ZEGGEN)              DECIR:      DICHO     

(KAPOTMAKEN) ROMPER: ROTO

(DOEN/MAKEN)  HACER:     HECHO

(OPENEN)              ABRIR:     ABIERTO

(TERUGKEREN)   VOLVER:  VUELTO
(SCHRIJVEN)       ESCRIBIR: ESCRITO

(ZIEN)                      VER:         VISTO           

(PLAATSEN)          PONER:    PUESTO

Haber is een hulp ww
Dit kan_____betekenen.

1. willen/kunnen
2. hebben/kunnen
3. zijn/willen
4. hebben/zijn

Hablar (yo)

1. has hablado
2. he hablido
3. he hablado
4. ha hablado

vivir (tú)

1. ha vivido
2. has vivido
3. he vivido
4. has vivado

yo escuchar

Tú escribir (onregelmatig)

ellos romper (onregelmatig)

Cantar (yo)

Tú y yo (beber)____una coca cola.

Mari y Ana (ver)____la película Jungle Cruise.

¿Preguntas?