grote Frankrijkquiz hotelschool

Wie is de grootste 
Frankrijkkenner ? 
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Wie is de grootste 
Frankrijkkenner ? 

Slide 1 - Diapositive


In welke Franse stad kun je deze fietsen van Vélib huren ?
A
In Bordeaux
B
In Marseille
C
In Parijs
D
In Lille

Slide 2 - Quiz


Hoe heet Oudjaar in het Frans ?
A
Pâques
B
Saint Sylvestre
C
Noël
D
Anniversaire

Slide 3 - Quiz


Wat krijg je als je een millefeuille bestelt in Frankrijk? 
A
een slagroomsoes
B
een wafel met chocola
C
een bladerdeeggebakje met crème en fruit
D
een soort appelflap

Slide 4 - Quiz

millefeuille

Slide 5 - Diapositive


Wat is garen 'in papillot ?'
A
in de magnetron
B
in vetvrij folie of aluminiumfolie
C
in een luchtdichte bak
D
in wijn

Slide 6 - Quiz


Wat is 'couvert' in een restaurant ?
A
de glazen op tafel
B
kannen met water
C
het bord met het bestek
D
het bestek

Slide 7 - Quiz


Hoe zeg je : Met hoeveel personen bent u ? 
A
Nous sommes combien ?
B
Vous êtes d'où ?
C
Vous avez combien de personnes ?
D
Vous êtes combien ?

Slide 8 - Quiz


Hoeveel kost een kaartje voor de Eiffeltoren : lift naar de 2e verdieping ?
A
EUR 10,20
B
EUR 11,20
C
EUR 15,20
D
EUR 20,20

Slide 9 - Quiz


Wat is 'koken' in het Frans ?
A
jouer le chef
B
faire la cuisine
C
jouer au pétanque
D
faire les devoirs

Slide 10 - Quiz


Welke stad heeft dezelfde naam als een wijnsoort?
A
Chardonnay
B
Merlot
C
Bordeaux
D
Beaujolais

Slide 11 - Quiz


Wat is de Rivièra in Frankrijk ?
A
Een (vakantie-)gebied in Zuid-Frankrijk
B
Een skigebied in Oost-Frankrijk
C
Het strand in Bretagne
D
Een andere naam voor de Franse stad Lille

Slide 12 - Quiz


Hoe noemen de Fransen een aardbeientaart ?
A
une tarte aux fraises
B
un gâteau au chocolat
C
une tartiflette
D
une tarte aux pommes

Slide 13 - Quiz


Hoe bestel je in het Frans een chocolade-ijsje ?
"Je voudrais...............
A
une glacée au chocolat
B
une glace au chocolat
C
une pâtisserie au chocolat
D
un potage de chocolat

Slide 14 - Quiz


Hoe heet een warme chocolademelk in het Frans ?
A
un chocomèl chaud
B
un chaud chocolat
C
un chocolat chaud
D
un lait au chocolat chaud

Slide 15 - Quiz


Welke kleuren hebben de 3 strepen van de Franse vlag ?
A
bruin - rood - geel
B
blauw - wit - groen
C
blauw - orange - wit
D
blauw - wit - rood

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Diapositive


Welke personen spreek je aan met 'mademoiselle' ? Vrouwelijke personen die...... 
A
onder de 25 zijn
B
onder de 18 zijn
C
die getrouwd zijn
D
die vrijgezel zijn

Slide 18 - Quiz


Wat wordt bedoeld met  'débarasseren'? 
A
Het afruimen van de tafels volgens vaste richtlijnen
B
Het dekken van de tafels volgens vaste richtlijnen
C
Het ontvangen van gasten volgens vaste richtlijnen
D
Het serveren van de gerechten volgens vaste richtlijnen

Slide 19 - Quiz


Hoe heet het grootste park in Parijs ? 
A
Jardin des Plantes
B
Buttes Chaumont
C
Parc des Princes
D
Jardin du Luxembourg

Slide 20 - Quiz


Wat zit er in het Franse toetje 'Dame Blanche' ? 
A
vanilleijs – slagroom - chocoladesaus
B
aardbeienijs en slagroom
C
vanilleijs en chocoladesaus
D
caramel en slagroom

Slide 21 - Quiz

Slide 22 - Diapositive


Je begroet de Franse ober in een restaurant 
om 20 uur in de avond. Wat zeg je ?
A
Bonjour Monsieur
B
Bonsoir Monsieur
C
Salut Monsieur
D
Bonne soirée monsieur

Slide 23 - Quiz

Slide 24 - Diapositive