H3 leerdoel 9 (GL2C spreken) + herh ww -er, -ir, -re

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Bienvenue!

à la classe de français

Asseyez-vous en groupes

Vloek jij weleens?

Waarom vloek je dan? 

Welk nut heeft vloeken?

Welk doel heeft Gods straf hier?

Helpt het?

Wat doe ik/ jij als het leven je tegen zit?

La prière 'le Pater'

leerdoelen

6. Ik kan de werkwoorden op -er, -ir en -re correct gebruiken in de présent en de passé composé (huiswerkcheck)

9. Ik kan de woorden en zinnen die te maken hebben met vrije tijd correct vertalen (Nederlands-Frans/ Frans-Nederlands)

 

Monsieur De Jong

La compétition entre les groupes

Les points des interviews

chercher: ils/ elles (zij zoeken)

1. ils cherche
2. ils cherchent
3. ils cherchons
4. ils cherchez

perdre: il (hij verliest)

1. il per
2. il perde
3. il pert
4. il perd

grandir: vous (jullie groeien/ u groeit)

1. vous grandez
2. vous grandirez
3. vous grandissons
4. vous grandissez

raconte moi de ton ...

Les jours de la semaine

Vertaal de dagen van de week naar het Frans. Sleep blauw naar rood!

On est quel jour?

> On est....

woensdag

donderdag

vrijdag

zaterdag

dinsdag

maandag

zondag

mardi

vendredi

mercredi

lundi

samedi

jeudi

dimanche

Traduisez:
Le matin

1. De middag
2. De ochtend
3. De nacht
4. De avond

Le contraire de "matin" c'est....................................

1. après-midi
2. nuit
3. soir
4. jour

le matin - ? - le soir

1. la nuit
2. le week-end
3. le jour
4. l'après-midi

www.instagram.com

 Bedenk (als groep) per nummer een antwoord

(gebruik GL2C, mijnwoordenboek.nl)

Qu'est-ce que tu fais le weekend?

(1) _________ , je _________(2)_____________

Et après?

_____(3)_________, j'aime __________(4)__________ avec ________(5)__________

Qu'est-ce que tu fais d'autre?

Je ________(6)________________

Quelle est ta série préférée? 

C'est ___________(7)_____________

schrijf jullie 7 antwoorden 

op de lijst (houd die zelf) 

(doorlezen GL2C,

gezamenlijk schema op bord)

 Cherche les réponses des groupes

Qu'est-ce que tu fais le weekend?

(1) _________ , je _________(2)_____________

Et après?

_____(3)_________, j'aime __________(4)__________ avec ________(5)__________

Qu'est-ce que tu fais d'autre?

Je ________(6)________________

Quelle est ta série préférée? 

C'est ___________(7)_____________

stel een vraag (groen)

onthoud het antwoord én het land.

Vul het antwoord bij het juiste land in op jullie lijst

minstens 1 groepslid moet in de groep blijven om te antwoorden.

Deze persoon heeft de antwoordenlijst

leerdoelen

6. Ik kan de werkwoorden op -er, -ir en -re correct gebruiken in de présent en de passé composé

9. Ik kan de woorden en zinnen die te maken hebben met vrije tijd correct vertalen (Nederlands-Frans/ Frans-Nederlands)

 

Au travail:

Faire: exercices 12ab, 14a

Au revoir tout le monde

et à bientôt!