Afhankelijke nevenschikkende argumentatie (wordt in je boek niet gevraagd)
Slide 4 - Diapositive
Bij enkelvoudige argumentatie onderbouw je je standpunt met één argument.
Slide 5 - Diapositive
Bij meervoudige argumentatie, of onafhankelijk nevenschikkende argumentatie, gebruik je meer dan één argument. Ieder argument is extra en staat los van de andere argumenten. Meervoudige argumentatie is de sterkste argumentatiestructuur.
Slide 6 - Diapositive
Bij onderschikkendeargumentatie ondersteunt een argument een ander argument. Dit andere argument noem je het subargument.
Slide 7 - Diapositive
Bij afhankelijk nevenschikkende argumentatie vormen twee deelargumenten samen een argument. De argumenten onderbouwen samen het standpunt. Als je een van de twee ontkracht, klopt je argumentatie niet meer.
Slide 8 - Diapositive
Deze argumentatieschema's kun je natuurlijk ook combineren.
mening
argument
subargument
argument
subargument
subargument
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Vidéo
Een onderschikkende argumentatie bestaat altijd maar uit één argument bij het standpunt.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 11 - Quiz
Het CCC is een goede school. De leerlingen halen goede cijfers.
A
enkelvoudige argumentatie
B
onafhankelijk nevenschikkende argumentatie
C
onderschikkende argumentatie
D
afhankelijk nevenschikkende argumentatie
Slide 12 - Quiz
Hij is geschikt voor deze baan als manager, want hij heeft al vijf jaar werkervaring. Hij werkte hiervoor immers in dezelfde functie bij een Cinema Opera.
A
enkelvoudige argumentatie
B
afhankelijk nevenschikkende argumentatie
C
onderschikkende argumentatie
D
onafhankelijk nevenschikkende argumentatie
Slide 13 - Quiz
Het CCC is een goede school. Het zit in een mooi gebouw en de leerlingen halen goede cijfers.
A
enkelvoudige argumentatie
B
onafhankelijk nevenschikkende argumentatie
C
onderschikkende argumentatie
D
afhankelijk nevenschikkende argumentatie
Slide 14 - Quiz
De spelling moet worden vereenvoudigd. De meeste Nederlanders blijven fouten maken. Kijk maar naar de spelfouten in tijdschriften en kranten.
A
enkelvoudige argumentatie
B
onafhankelijk nevenschikkende argumentatie
C
onderschikkende argumentatie
D
afhankelijk nevenschikkende argumentatie
Slide 15 - Quiz
Het CCC is een goede school. In de onderbouw leren leerling hoe zij moeten leren en in de bovenbouw presteren zij daardoor beter.
A
enkelvoudige argumentatie
B
meervoudige argumentatie
C
onderschikkende argumentatie
D
nevenschikkende argumentatie
Slide 16 - Quiz
DIY: argumentatiestructuur
Politici zijn niet te vertrouwen: ze hebben immers allemaal hun eigen belangen voorop staan. Ik ga
dan ook niet meer stemmen bij de volgende verkiezingen. Bovendien ben ik dan op wereldreis.
Slide 17 - Diapositive
Standpunt
Argument 1
Argument 2
Subargument
Ik ben op wereldreis.
Ze hebben allemaal hun eigen belangen voorop staan.
Politici zijn niet te vertrouwen.
Ik ga niet meer stemmen.
Slide 18 - Question de remorquage
Dit is een ...... ?
A
enkelvoudige argumentatie.
B
(onafhankelijk) nevenschikkende argumentatie.
C
onderschikkende argumentatie.
D
combinatie van nevenschikkende en onderschikkende argumentatie.
Slide 19 - Quiz
Doel: *Je (her)kent de basisschema's voor argumentatie.