BHV

BHV
BHV betekent bedrijfshulpverlening en is de hulp die wordt verleend bij incidenten in je bedrijf, die de veiligheid en de gezondheid van je werknemers en andere aanwezigen bedreigen. 
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
EHBOMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

BHV
BHV betekent bedrijfshulpverlening en is de hulp die wordt verleend bij incidenten in je bedrijf, die de veiligheid en de gezondheid van je werknemers en andere aanwezigen bedreigen. 

Slide 1 - Diapositive


Wat betekent de afkorting BHV?
A
Brandhulpverlening
B
Bedrijfshulpverwachting
C
Bedrijfshulpverlening
D
Brandhaardvermoeden

Slide 2 - Quiz

BHV'er
Een BHV’er is opgeleid om in geval van nood de werknemers en klanten in veiligheid te brengen. Zo weet een BHV’er bijvoorbeeld hoe hij mensen uit een brandend gebouw moet krijgen en hoe hij bij een ongeval eerste hulp moet verlenen. Een BHV’er kan onder andere mensen reanimeren en verbanden aanleggen.

Slide 3 - Diapositive

Wat doet een BHV'er?
A
Eerste hulp verlenen
B
Brand bestrijden
C
Reanimeren
D
Alarmeren en evacueren

Slide 4 - Quiz

Is het verplicht om BHV'ers te hebben in een bedrijf?
A
Ja
B
Nee

Slide 5 - Quiz

Een BHV plan is geschreven op handelen in de eerste 10/15 minuten van een calamiteit waarom is dat?

Slide 6 - Question ouverte

BHV'er
Als BHV'er heb je een voorpostfunctie: Je voorkomt onveilige situaties en je overbrugt de tijd totdat er deskundige hulpverleners zijn.

Slide 7 - Diapositive

Welke organisatie heeft de meeste BHV'ers nodig?
A
School
B
Advocatenkantoor
C
Ziekenhuis
D
ICT-bedrijf

Slide 8 - Quiz

Organisatie bedrijfshulpverlening
- De aard, grootte en ligging van een organisatie
- hoe snel zijn hulpdiensten aanwezig
- gevaren binnen de organisatie
- zelfredzame personen
- aanwezige deskundigheid

Slide 9 - Diapositive

Kun je voorbeelden geven van 'niet-zelfredzame personen'?

Slide 10 - Question ouverte

Alarmering BHV
De situatie bepaalt welke communicatiemiddelen er worden gebruikt.

Slide 11 - Diapositive

Met welke communicatiemiddelen kun je alarmeren?

Slide 12 - Question ouverte

Communicatiemiddelen
Mobiele telefoon
Semafoon, megafoon, portofoon
Codeboodschap
Omroepinstallatie
(stil) Alarm oproepontvangers

Slide 13 - Diapositive

blz 86 in je reader
opdracht 3 maken

Slide 14 - Diapositive