Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Op welke klok is het 10 minuten over half 1?
A
klok 1
B
klok 2
C
klok 3
D
klok 4
Slide 1 - Quiz
Welke digitale klok hoort bij deze klok?
A
02:10
B
23:10
C
22:10
D
10:50
Slide 2 - Quiz
Maak nu eerst de miniloco op de volgende dia.
Sleep de klokjes naar de juiste tijd.
Slide 3 - Diapositive
henkreuling.nl
Slide 4 - Lien
Digitale klok
Analoge klok
Geen wijzers
Uren gaan tot 24
Minuten gaan tot 60
De kleine wijzer geeft de uren aan
De grote wijzer geeft minuten aan
Een analoge klok gaat maar tot 12 uur
Slide 5 - Diapositive
Een klok met wijzers is een:
A
analoge klok
B
digitale klok
C
atoom klok
D
keukenklok
Slide 6 - Quiz
Op welke klok is het 5 minuten voor 1?
A
klok 1
B
klok 2
C
klok 3
D
klok 4
Slide 7 - Quiz
Welke digitale klok hoort bij deze klok?
A
02:10
B
23:10
C
22:10
D
10:50
Slide 8 - Quiz
Rekenen met tijd
Eén minuut duurt 60 seconden
Een uur heeft altijd 60 minuten
Eén dag duurt 24 uur
Slide 9 - Diapositive
Isa fietst om 8:00 thuis weg. Ze moet om 8:30 op school zijn. Hoe lang heeft ze de tijd om op school te komen
A
10 minuten
B
20 minuten
C
30 minuten
D
1 uur
Slide 10 - Quiz
Romeo moet om 13:45 bij de tandarts zijn. Hij moet 20 minuten fietsen. Hoe laat moet hij van school weg?
A
13:25
B
13:35
C
13:55
D
14:05
Slide 11 - Quiz
Over het hele uur heen
Hoe reken je over het hele uur heen?
Vul het aantal minuten aan tot 60 (= 1 uur)
Verhoog het aantal uren met 1
Tel de rest van het aantal minuten er bij op
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Vidéo
Bert moet om 14:15 bij het station zijn. Hij vertrekt om 13:35 bij zijn werk. Hoe lang heeft hij de tijd?
A
10 minuten
B
30 minuten
C
40 minuten
D
45 minuten
Slide 14 - Quiz
De voetbalwedstrijd tussen FC Twente en AJAX begint om 14:30. De wedstrijd is afgelopen om 16:18. Hoeveel tijd zit er tussen het begin en het eind van de wedstrijd ?