1.1 - Zuivere stof of Mengsel (deel 1)

1.1 - Zuivere stof of Mengsel
Benodigheden
- Schrift
- Pen, potlood
- Laptop
LessonUp: 
JA!
Telefoons in de telefoontas!
1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

1.1 - Zuivere stof of Mengsel
Benodigheden
- Schrift
- Pen, potlood
- Laptop
LessonUp: 
JA!
Telefoons in de telefoontas!

Slide 1 - Diapositive

  • Drie verschillende soorten mengsels herkennen en eigenschappen benoemen.
  • Het verschil tussen een homogene en heterogene mengsels uitleggen.
  • Dichtheid berekenen.
  • Uit een stolcurve/smeltcurve bepalen of het een zuivere stof of mengsel is.
Leerdoelen

Slide 2 - Diapositive

Wat is een stofeigenschap?

Slide 3 - Question ouverte

Noem zoveel mogelijk
stofeigenschappen!

Slide 4 - Carte mentale

dfa
fdaf
Wat te doen
  • Lezen blz. 8 en 9 en 10 uit je boek

Slide 5 - Diapositive

Mengsel
(Verschillende stoffen)
Zuivere stof
(verschillende atomen)

Slide 6 - Diapositive

Mengsel 
(meerdere soorten moleculen)
"Zuivere" stof 
(bestaat uit 1 soort molecuul)

Slide 7 - Diapositive

2 is een......?
A
Zuivere stof
B
Mengsel

Slide 8 - Quiz

Zie je een
zuivere stof of een mengsel
en waarom?
A
Zuivere stof
B
Mengsel

Slide 9 - Quiz

Gedestilleerd water is ...
A
zuivere stof
B
mengsel

Slide 10 - Quiz

Aardgas is ...
A
zuivere stof
B
mengsel

Slide 11 - Quiz

Dit is een ...
A
mengsel, vaste stof
B
mengsel, vloeistof
C
zuivere stof, vaste stof
D
zuivere stof, vloeistof

Slide 12 - Quiz

Welke definitie pas het best bij het mengsel oplossing?
A
Vaste stof niet opgelost in een vloeistof
B
Vaste stof of vloeistof volledig opgelost
C
Vloeistof lost niet op (mengt niet) in een oplosmiddel.

Slide 13 - Quiz

Welke definitie pas het best bij het mengsel suspensie?
A
Vaste stof niet opgelost in een vloeistof
B
Vaste stof of vloeistof volledig opgelost
C
Vloeistof lost niet op (mengt niet) in een oplosmiddel.

Slide 14 - Quiz

Welke definitie pas het best bij het mengsel emulsie?
A
Vaste stof niet opgelost in een vloeistof
B
Vaste stof of vloeistof volledig opgelost
C
Vloeistof lost niet op (mengt niet) in een oplosmiddel.

Slide 15 - Quiz

  • Dichtheid: is een stofeigenschap. Het geeft aan hoe zwaar 1 kubieke centimeter van een bepaalde stof is. 
  • Formule voor dichtheid:



Dichtheid=VolumeMassa
Wat is de dichteid?

Slide 16 - Diapositive

1

Slide 17 - Vidéo

00:53
Water heeft een dichtheid van 1,0 g/cm3. IJzer heeft een dichtheid van 7,8 g/cm3. Hierdoor zou ....
A
ijzer drijven
B
ijzer zweven
C
ijzer zinken

Slide 18 - Quiz

Dichtheid
Uitleg van plaatje

Slide 19 - Diapositive

Kurk:
0,25
cm3g
Hout:
0,58 
cm3g
IJzer:
7,80 
cm3g
De dichteid van water is 1,0       .
Wanneer zinkt/zeeft/drijft een stof?
cm3g
Kurk drijft. De dichtheid is kleiner dan die van water.
Hout drijft. De dichtheid is kleiner dan die van water.
IJzer zinkt. De dichtheid is groter dan die van water.
Uitleg slide

Slide 20 - Diapositive

Dichtheid

Slide 21 - Diapositive

Dichtheid
Hier heb je 8 bolletjes in 1 cm3 dus kleinere dichtheid.
Dichtheid = 8
cm3g
Hier heb je 27 bolletjes in 1 cm3 dus grotere dichtheid.
Dichtheid = 27
cm3g
Uitleg van de wipwap

Slide 22 - Diapositive

Uitleg van deze plaatjes

Slide 23 - Diapositive

dichtheid=volumemassa
Uitleg rekenen met dichtheid

Slide 24 - Diapositive

Dichtheid
Uitleg ombouwen van een formule

Slide 25 - Diapositive

=
dichtheid=volumemassa
volume
massa
dichtheid
/
*

Slide 26 - Question de remorquage

welke vloeistof heeft de ...
laagste dichtheid
hoogste dichtheid

Slide 27 - Question de remorquage

0

Slide 28 - Vidéo

Hoe bereken je de dichtheid van een voorwerp
A
dichtheid = massa x volume
B
dichtheid = massa : volume
C
dichtheid = volume : massa
D
dichtheid = eindstand - beginstand

Slide 29 - Quiz

Wat is het symbool van dichtheid?
A
p
B
ρ
C
P
D
π

Slide 30 - Quiz

1
4
3
  • Inhoud is hetzelfde als volume.
Inhoud/Volume berekenen
  • Volume = lengte x breedte x hoogte
  • Volume = 3 x 4 x 1 = 12 
cm3

Slide 31 - Diapositive

Een blokje heeft een massa van 80 gram en een breedte van 4 cm een lengte van 3 cm en hoogte 1 cm. 
Bereken de dichtheid van de stof.
1. Gegeven
2. Gevraagd
3. Formule
4. Eenheden
5. Berekening
6. Antwoord
1. V = 4x3x1 = 12         en m = 80 gram
2. ρ = ? 
3. 
4. V =
5.
6. ρ = 6,67 
p=Vm
cm3
cm3
p=1280
cm3g
Dichtheid berekenen

Slide 32 - Diapositive

dfa
fdaf
Onderzoekje
  • Van welke materiaal is het blokje gemaakt?

  1.  Pak een blokje en aan A4-papiertje.
  2. Pak één dichtheidsblokje uit de bak.
  3. Meet/bereken het volume en de massa van het blokje.
  4. Bereken (op juiste manier) de dichtheid.
  5. Laat het controleren door de docent. 
Gevraagd
Gegeven
Formule
Berekening
Antwoord

Slide 33 - Diapositive