Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactif et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
timer
0:45
Wat is een Leenwoord
Slide 6 - Carte mentale
Definitie van een leenwoord is...
een woord dat door een taal is ontleend aan een andere taal.
Slide 7 - Diapositive
timer
10:00
Slide 8 - Diapositive
Which language has the most words?
Quelle langue a le plus de mots?
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Diapositive
Recht en bestuur: court, judge, parliament, government
Kunst en cultuur: ballet, cuisine, literature, portrait
Mode en luxe: dress, fashion, boutique, perfume
Voedsel en gastronomie: beef (bœuf), pork (porc), mutton (mouton), restaurant
technologie ("email," "software," "internet"),
sport ("football," "tennis," "coach")
mode ("fashion," "top model"),
zakenwereld ("marketing," "start-up," "business")
Hoewel veel Franse woorden in het Engels nog steeds herkenbaar zijn, zijn sommige geëvolueerd of hebben een andere betekenis gekregen.
Hoewel de Franse overheid via de Académie française pogingen doet om Engelse invloeden te beperken door Franse alternatieven te promoten (zoals "courriel" in plaats van "email"), blijven veel Engelse woorden populair in het dagelijks taalgebruik
30% tot 45% van de Engelse woordenschat is van Franse oorsprong
5% tot 20% van de Franse woordschat komt uit het Engels
Er zijn meer dan 1.700 echte cognaten : woorden die in het Frans en Engels identiek zijn.
Slide 11 - Diapositive
timer
20:00
Maak je eigen puzzel - woordspel:
Kies met je prestatiegroep:
1. een soort puzzel- woordspel dat je wil maken
2. Thema's
3. woordenlijst (Hulp! jullie Engels of Frans boek)