Semana 4

• Spaans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

¿Qué vamos a hacer hoy?

Semana 4 clase 1

• Bienvenida - 5 min
• Quizlet - 15 min
• (Corregir H3C)
• Bron C - 30 min
• Leer - 15min

Doel: Aan het eind van deze les:

• ken je woordenschat van Cap 3
• heb je fragmenten kunnen luisteren
• heb je teksten kunnen lezen

Leesvaardigheid Toets

Weging 20%

Tijd: 60 min

Niet herkansbaar

Woordenboek toegestaan

Over 1 week

QUIZLET LJ3

Oefen de voca via quizlet

H3: Link

Geen verbinding

Alle wifi vergeten en dan opnieuw verbinden 

Geen Laptop/baterij

Je schrijft de woordjes over in je schrift

H3: wb pág 

Vervoeg deze werkwoorden + betekenis?

SER?

TENER?

LLEVAR?

	SER zijn	TENER hebben	LLEVAR dragen
Yo	soy	tengo	llevo
Tú	eres	tienes	llevas
Él/ ella/usted	es	tiene	lleva
Nosotros	somos	tenemos	llevamos
Vosotros	sois	tenéis	lleváis
Ellos/ellas/ustedes	son	tienen	llevan

Herhaling

La descripción física

El adjetivo

Describe esta persona -->

Es un chico (klein)_________

Lleva (bril)____________

Tiene los ojos (blauw)______

Es (aardig)_________

Leer

TB p. 28-29

¡Consejos para ir a la moda!

Haz los ejercicios 8 - 10

WB p. 94-97

klaar?

ser - tener - llevar

Lectura

¿Qué vamos a hacer hoy?

Semana 4 clase 2

• Bienvenida - 5 min
• La hora - 20 min
• Leer -  30 min
• toets inzien - 10 min
• (Blooket)

Doel: Aan het eind van deze les:

• ken je de tijd in het Spaans
• kan je verder gaan met stil lezen 
• heb je tekst kunnen lezen

BEGINTAAK

¿CÓMO SE PREGUNTA Y CÓMO SE DICE LA HORA EN ESPAÑOL?

La hora (vrouwelijk)= het uur 

Vraag:

¿Qué hora es? (hoe laat is het)

Antwoord:

2- 12 uur : Son las dos, tres,...

1 uur : Es la una

 Comunicación

La hora

Ejercicio 1

Ejercicio 2

Ejercicio 3

Het is vijf uur

Son las cinco.

Om vijf uur

A las cinco

Let op verschil:

La hora

1. La hora OPDRACHT
2. La hora OPDRACHT
3. (La hora OPDRACHT)
4. (La hora OPDRACHT)

Lectura

Afspraken

1. Elke les beginnen we 10 minuten met zelfstandig en in stilte lezen
2. Niet stil - uitgestuurd
3. Je kiest één van de drie boeken 
4. Woordenlijst staat achterin, je kan een woordenboek gebruiken
5. Na elke week is er een reflectie moment 

Toets bespreken

Afspraken

1. je blijft rustig zitten - te druk blijf je in de pauze

2. Heb je vragen kom dan één voor één

3. Voordat je weggaat geef je de toets terug

Cijferberekenen = 49 punten