Woordjes leren

Kijk naar het bord
Daar verschijnen 15 Duitse woordjes met betekenis. Over 5 minuten krijg je hierover een korte overhoring. 

Je mag niks opschrijven en je mag niet hardop praten. 
Het is dus stil
1 / 34
suivant
Slide 1: Diapositive
MentorlesMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 5 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Kijk naar het bord
Daar verschijnen 15 Duitse woordjes met betekenis. Over 5 minuten krijg je hierover een korte overhoring. 

Je mag niks opschrijven en je mag niet hardop praten. 
Het is dus stil

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

  1. kaufen
  2. die Umgebung
  3. der Krankenwagen
  4. der Schmetterling
  5. der Spaß
  6. das Alter
  7. das Salz
  8. die Uhr
  9. der Klimawandel
  10. das Krankenhaus
  11. zurückgeben 
  12. das Beispiel
  13. das Zimmer
  14. das Geschäft
  15. erwachsen
  1. kopen
  2. de omgeving
  3. de ambulance
  4. de vlinder
  5. het plezier
  6. de leeftijd
  7. het zout
  8. de klok
  9. de klimaatverandering
  10. het ziekenhuis 
  11. teruggeven 
  12. het voorbeeld
  13. de kamer
  14. de winkel
  15. volwassen
timer
5:00

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Pak je toetsblaadje en schrijf hierop je naam, klas en de datum

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 4 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

En nu start het SO...

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Schrijf op in correct Duits

1. de klok
2. het voorbeeld
3. het zout
4. volwassen
5. kopen

Schrijf de vertaling op van

6. der Krankenwagen
7. das Zimmer
8. der Spaß
9. der Schmetterling
10. zurückgeben
timer
1:30

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kijk je antwoorden na
1 fout per punt

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Schrijf op in correct Duits

1. die Uhr
2. das Beispiel
3. das Salz
4. erwachsen
5. kaufen
Schrijf de vertaling op van

6. de ambulance
7. de kamer
8. het plezier
9. de vlinder
10. teruggeven

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn jullie cijfers?

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom was dit lastig?
hoe heb je het aangepakt?

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Dit was lastig vanwege
  • De tijd
  • Je mocht niet praten
  • Je mocht niets opschrijven
  • Vanwege het filmpje!
  • Andere afleiding...
  • Etc.

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Woordjes leren

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ik ben slecht in woordjes leren!




Dan leer je waarschijnlijk op een manier die niet goed bij je past...

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Weet hoe je de woordjes moet kennen!
  • Alleen de vertaling naar het Nederlands?
  • Zowel Nederlands-Engels, als andersom?
  • Moet je het foutloos kunnen spellen of alleen kunnen uitspreken? 

Vraag het je docent!

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe heb je tot nu toe woordjes geleerd en wat werkt goed voor jou?
timer
1:00

Slide 15 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe kan je het beste dingen/woordjes onthouden, denk je?
timer
1:00

Slide 16 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 17 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 18 - Diapositive

Hoe meer je doet met de lesstof, hoe gemakkelijker je het kunt onthouden en des te sneller komt het in je langetermijngeheugen terecht. 
Hoe meer zintuigen je gebruikt bij het leren, hoe gemakkelijker het wordt om dingen te onthouden. 

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Tip 1
Leer op klank 

  • Spreek de woordjes uit
  • Spel lastige woorden hardop
  • Zoek woorden in andere talen die erop lijken

Bijvoorbeeld
  • hören lijkt op het Nederlandse horen 
  • küssen lijkt op het Nederlandse kussen

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Tip 2
Schrijf de woorden op

  • A. Afdekmethode

  • Leg je hand op de woorden die je moet leren en spreek de woorden hardop uit. 
  • Zorg ervoor dat je niet altijd dezelfde volgorde gebruikt. 

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Tip 2
Schrijf de woorden op
  • B. Kaartjesmethode

  • Schrijf op de voorkant het Nederlandse woord en op de achterkant de vertaling
  • Woordjes die je goed kent, leg je op de ene stapel. Woordjes die je niet goed kent, leg je op een andere stapel
  • Schud de kaartjes goed
  • Gebruik verschillende kleurtjes voor ww, znw en bnw bijv.

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Tip 2
Schrijf de woorden op

  • C. Visualiseren / tekenen

  • Maak een tekening (evt. in je hoofd) van de woorden die je moeilijk vindt. 

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Algemene tips bij het schrijven
- Kijk bij werkwoorden goed naar de vervoeging
- Maak zinnetjes met de woorden die je moet leren. (Hoe gekker de zin, hoe makkelijker je hem onthoudt)

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 25 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Tip 3


Herhalen, herhalen en nog eens herhalen

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Tip 4
Ezelsbruggetjes

Bijvoorbeeld:
  • Acheter is kopen
  • Als je thee gaat kopen...

  • Cher is duur
  • De bekende zangeres Cher heeft veel plastische chirurgie gedaan. Dat is erg duur. 

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Tip 5


Laat je overhoren
Het helpt!

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voor- en nadelen

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

WRTS
Voordelen
  • Online
  • Gratis
  • Samen
Nadelen
  • Fout in de woordenlijst
  • Kost tijd
  • Typen is niet hetzelfde als schrijven

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 31 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Hebben jullie nog tips die
we niet hebben besproken?

Slide 32 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Samenvatting van woordjes leren
  • Weet hoe je de woordjes moet kennen voor een toets
  • Leer op verschillende manieren (klank, schrijven, ezelsbruggetjes)
  • De afdekmethode en de kaartjesmethode zijn erg fijn
  • Herhalen: liever meerdere kleine blokken (bijv. van 10 minuten) dan één lange periode achter elkaar leren. 
  • Laat je overhoren
  • WRTS heeft voor- en nadelen
  • Wellicht is het geheugenpaleis iets voor jou? 

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 34 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions