V3 - Oefentoets grammatica en formuleren H. 1t/m4

Oefentoets grammatica 1 t/m 4
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Oefentoets grammatica 1 t/m 4

Slide 1 - Diapositive

Die armband heeft Fem tijdens de workshop gemaakt en daarna aan haar moeder cadeau gegeven.
A
Correct
B
Niet correct

Slide 2 - Quiz

Bij de wiskundetoets rekenden de leerlingen de sommen uit op hun calculator en daarom op een voldoende voor de toets.
A
Correct
B
Niet correct

Slide 3 - Quiz

Verwijswoorden

Slide 4 - Diapositive

Clarissa schrok van de telefoonrekening, [...] deze maand wel erg hoog was.
A
die
B
dat
C
wie
D
wat

Slide 5 - Quiz

In de speeltuin hield Fenna het meisje [...] steeds wilde weglopen, goed in de gaten.
A
die
B
dat
C
wie
D
wat

Slide 6 - Quiz

Beknopte bijzinnen
Noteer de beknopte bijzin in de volgende zinnen als volgt:
eerste woord ... laatste woord

Slide 7 - Diapositive

In verband met de voorspelde regen raadt mijn moeder me aan droge kleding mee te nemen.

Slide 8 - Question ouverte

In alle rust genietend van een kopje koffie zit mijn vader ’s morgens als eerste beneden.

Slide 9 - Question ouverte

Na een middag op een laag vuurtje geprutteld te hebben, at de hele familie het stoofvlees in een mum van tijd met smaak op.
A
Correct
B
Niet correct

Slide 10 - Quiz

Congruentie

Slide 11 - Diapositive

[…] (gaan) in zo’n witte plastic fles echt twee liter melk?
A
Gaat
B
Gaan

Slide 12 - Quiz

[…] (zijn) Koninginnen van de Fado eerst als cd uitgebracht en pas vier jaar later als langspeelplaat op vinyl?
A
Zijn
B
Is

Slide 13 - Quiz

Woordsoorten

Slide 14 - Diapositive

Schaamt DIE jongen zich niet voor de leugen die hij gisteren vertelde?
A
aanw. vnw.
B
vr. vnw.
C
betr. vnw.
D
onbep. vnw.

Slide 15 - Quiz

Schaamt die jongen zich niet voor de leugen DIE hij gisteren vertelde?
A
aanw. vnw.
B
vr. vnw.
C
betr. vnw.
D
onbep. vnw.

Slide 16 - Quiz

Als ik zou weten WIE de eerlijke vinder van mijn portemonnee is, zou ik graag wat terugdoen.
A
aanw. vnw.
B
vr. vnw.
C
betr. vnw.
D
onbep. vnw.

Slide 17 - Quiz

Als ik zou weten wie de eerlijke vinder van mijn portemonnee is, zou ik graag WAT terugdoen.
A
aanw. vnw.
B
vr. vnw.
C
betr. vnw.
D
onbep. vnw.

Slide 18 - Quiz