Scheepvaart en Luchtvaart: De transportmiddelen van goederen

Scheepvaart en Luchtvaart: De transportmiddelen van goederen
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeBasisschoolGroep 5,6

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Scheepvaart en Luchtvaart: De transportmiddelen van goederen

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat weet je nog over de transport van goederen via scheepvaart en luchtvaart?

Slide 2 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Scheepvaart
Scheepvaart is het transport van goederen via schepen. Dit kunnen containerschepen, olietankers of passagiersschepen zijn.

Slide 3 - Diapositive

Geef een duidelijke definitie van scheepvaart en leg uit welke soorten schepen er zijn.
Luchtvaart
Luchtvaart is het transport van goederen via vliegtuigen. Dit kan zowel vracht- als passagiersvervoer zijn.

Slide 4 - Diapositive

Geef een duidelijke definitie van luchtvaart en leg uit wat de verschillende soorten vliegtuigen zijn.
Voordelen van Scheepvaart
Scheepvaart is de goedkoopste manier om grote hoeveelheden goederen over lange afstanden te vervoeren.

Slide 5 - Diapositive

Leg uit wat de voordelen zijn van het vervoeren van goederen via scheepvaart.
Voordelen van Luchtvaart
Luchtvaart is de snelste manier om goederen over lange afstanden te vervoeren. Het is ook handig voor het vervoeren van bederfelijke goederen zoals voedsel.

Slide 6 - Diapositive

Leg uit wat de voordelen zijn van het vervoeren van goederen via luchtvaart.
Nadelen van Scheepvaart
Scheepvaart is langzaam en kan vertragingen oplopen door weersomstandigheden of problemen in de haven.

Slide 7 - Diapositive

Leg uit wat de nadelen zijn van het vervoeren van goederen via scheepvaart.
Nadelen van Luchtvaart
Luchtvaart is duurder dan andere transportmiddelen en is niet geschikt voor het vervoeren van grote hoeveelheden goederen.

Slide 8 - Diapositive

Leg uit wat de nadelen zijn van het vervoeren van goederen via luchtvaart.
Quiz

Slide 9 - Diapositive

Gebruik een interactieve quiz om de kennis van de leerlingen te testen.
Wat wordt vervoerd met een binnenvaartschip?
A
graan naar Duitsland
B
speelgoed naar China
C
bloemen naar Amerika
D
post naar Kraggenburg

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar
Niet waar
De loods bestuurt een sleepboot.
goederen uit het buitenland naar nederland halen noem je: invoeren. 
Met een goederentrein kunnen containers vervoerd worden. 
Een Marechaussee controleert de containers.
Een containerschip licht dieper in het water dan een zeilboot. 

Slide 11 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

In de haven liggen veel schepen. Wat zie je allemaal op een kade?

Slide 12 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat wordt vervoerd met een containerschip?
A
graan naar Duitsland
B
speelgoed naar China
C
bloemen naar Amerika
D
post naar Kraggenburg

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat doet de douane bij vrachtschepen en op Schiphol?

Slide 14 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar hoort het bij?
stewardess
incheckautomaat
luchtverkeersleider
luchtvaartmaatschappij
marechaussee
toets uw bestemming in
onze vliegtuigen zijn allemaal nieuw
klaar voor vertrek!
had u nog iets te drinken gewild?
mag ik uw paspoort?

Slide 15 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Schrijf 3 dingen op die je hebt geleerd.

Slide 17 - Question ouverte

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 18 - Question ouverte

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 19 - Question ouverte

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.