Slavernij niet voorbij: de bittere smaak van chocola

Chocolade en de wereld van handel
1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
Burgerschapskunde+1Middelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Introduction

Je komt meer te weten over de trans-Atlantische slavenhandel, de oneerlijke handel vandaag de dag én je eindigt met een creatieve verwerkingsopdracht.

Instructions

Dit lesprogramma duurt 60-90 minuten en is ontwikkeld voor basisschoolleerlingen uit groep 7 & 8 en leerlingen van de onderbouw Voortgezet Onderwijs. In deze les staat het onderwerp ‘oneerlijke handel’ centraal.

De les bestaat uit drie onderdelen:  
• een introductie over de trans-Atlantische slavenhandel, 
• meer informatie over het onderwerp oneerlijke handel en hoe je dit vandaag de dag terug ziet in het dagelijks leven. 
• een afsluitende creatieve verwerkingsopdracht.   

Lees van tevoren de docentenhandleiding. Vervolgens speel je de les af via het digibord. Geef de leerlingen de inlogcode waarmee zij individueel op de vragen kunnen reageren.    

Éléments de cette leçon

Chocolade en de wereld van handel

Slide 1 - Diapositive

Wat weten we nog over het VOC en WIC?

Slide 2 - Question ouverte

Slide 3 - Vidéo

Slide 4 - Diapositive

SLAVERNIJ
De bittere smaak van chocola

Slide 5 - Diapositive

slavernij

Slide 6 - Carte mentale

Slide 7 - Vidéo

Van wie kopen de Nederlanders landen hun slaven?
A
de Portugezen
B
de Spanjaarden
C
Afrikanen
D
op de slavenmarkt in de koloniën

Slide 8 - Quiz

Slavenhandel

Slide 9 - Diapositive

Ontwikkeling slavenhandel
  • Slavenhandel was er altijd al geweest in Afrika
  • Arabieren hadden slaven
  • Maar slavenhandel wordt massaal door kolonisatie van Amerika
  • Portugezen en later ook de Nederlanders kocht slaven aan de kust. 

Slide 10 - Diapositive

Slavenhandelaren
Wie waren er actief in de slavenhandel en slavernij?

  • Portugezen;
  • Spanjaarden;
  • Nederlanders;
  • Fransen;
  • Britten.

Slide 11 - Diapositive

Slavenhandel

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

De trans-Atlantische slavenhandel.

Slide 14 - Diapositive

De WIC
  • De West Indische Compagnie 1621
  • Tijdens oorlog Spanje: kaapvaart
  • Loop v.d. eeuw: slavenhandel
  • Trans-Atlantische slavenhandel
  • Alleenrecht in handel Amerika

Slide 15 - Diapositive

Slavenmarkt Amerika

Slide 16 - Diapositive

Slavenmarkt
Slaven werden op marken verkocht
Vervolgens gebrandmerkt (in het gezicht) en vervoerd naar de plantage
Daar gedwongen aan werk gezet

Slide 17 - Diapositive

Niet indiaanse slaven, maar Afrikaanse slaven werkten op grote landbouwbedrijven van de veroveraars. Waarom werden er helemaal uit Afrika slaven gehaald?
A
De indianen waren erg lui
B
De indianen weigerden te werken voor de veroveraars
C
De indianen konden het werk lichamelijk niet aan

Slide 18 - Quiz

Waarom was het christendom zo aantrekkelijk voor slaven denk je?
A
Het christendom beloofde mensen een beter leven in de hemel
B
Het christendom wilde alle slaven vrijheid geven
C
Slaven kregen geld van de christenen
D
Voor het christendom was iedereen gelijk

Slide 19 - Quiz

Slide 20 - Vidéo


Wat vind jij van deze standbeelden?
A
ze moeten verwijderd worden
B
ze moeten blijven staan
C
ze mogen blijven staan, maar met juiste informatie
D
ik heb een ander idee

Slide 21 - Quiz

timer
5:00
suiker
iPhone
nootmuskaat
chocolade
je eigen kleding

Slide 22 - Question de remorquage

iPhone – China
nootmuskaat – Indonesië
chocola (cacao) – West-Afrika 
suiker – Brazilië
jouw kleding  – Bangladesh

Slide 23 - Diapositive

Welk deel van de productie wordt in Afrika gedaan? En welk deel in Europa?

Slide 24 - Question ouverte

Waar komt chocola vandaan?

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Vidéo


Het is niet erg dat de arbeiders op cacaoplantages nooit een chocoladereep hebben gegeten.
A
eens
B
oneens

Slide 27 - Quiz

Hoe kunnen Afrikaanse boeren/bedrijven meer verdienen aan chocolade?

Slide 28 - Question ouverte

‘Een vriend van mijn vader bracht me naar de cacaoplantage van een man die hij kende. Daar ging ik aan het werk. Er waren nog veel meer kinderen.’  
 

Bassirou uit Ivoorkust, 15 jaar (p. 121, 122, publicatie Tony)
Waarom werken kinderen op de cacaoplantage?

Slide 29 - Diapositive


Als je iets te goedkoop koopt (bv. kleding, chocola) draag je bij aan oneerlijke handel.
A
eens
B
oneens

Slide 30 - Quiz

Welke gevaren zijn er voor kinderen op de cacaoplantage? 

Slide 31 - Carte mentale


Als je iets koopt, ben je niet verantwoordelijk voor de omstandigheden waarin dat product wordt gemaakt.
A
eens
B
oneens

Slide 32 - Quiz

Slide 33 - Diapositive