2 Mavo Voorbereiding toetsweek H1 t/m H6 Lezen

Voorbereiding toetsweek
Hoofdstuk 1 t/m 6 Lezen
Klas 2 Mavo
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Voorbereiding toetsweek
Hoofdstuk 1 t/m 6 Lezen
Klas 2 Mavo

Slide 1 - Diapositive

Uit welke drie onderdelen bestaat een tekst vaak?

Slide 2 - Question ouverte

Wat lees je in de inleiding van een tekst?

Slide 3 - Question ouverte

Op welke manieren kun je in de inleiding kennis maken met het onderwerp van de tekst?

Slide 4 - Question ouverte

Hoe noem je de verschillende delen van het onderwerp in een tekst?

Slide 5 - Question ouverte

Wat lees je in het slot van de tekst?

Slide 6 - Question ouverte

Hoe noem je de belangrijkste informatie in een tekst?

Slide 7 - Question ouverte

Op welke vraag geeft de hoofdgedachte in een zin antwoord?

Slide 8 - Question ouverte

Hoe noem je minder belangrijke informatie in een tekst?

Slide 9 - Question ouverte

Waar vind je de hoofdzaken van een tekst vaak?

Slide 10 - Question ouverte

Hoe noem je woorden die laten zien wat zinnen en alinea's met elkaar te maken hebben?

Slide 11 - Question ouverte

Welke signaalwoorden kun je gebruiken om een voorbeeld of uitleg aan te geven?
A
Bijvoorbeeld
B
Bijvoorbeeld, neem nou
C
Bijvoorbeeld, neem nou, zo
D
Bijvoorbeeld, neem nou, zo, zoals, onder andere

Slide 12 - Quiz

Welke signaalwoorden kun je gebruiken om een voorbeeld of uitleg aan te geven?

Slide 13 - Question ouverte

Welke signaalwoorden kun je gebruiken om een opsomming aan te geven?
A
Ten eerste
B
Ten eerste, om te beginnen
C
Ten eerste, om te beginnen, ook
D
Ten eerste, om te beginnen, ook, verder

Slide 14 - Quiz

Welke signaalwoorden kun je gebruiken om een opsomming aan te geven?

Slide 15 - Question ouverte

Waar kun je een opsomming nog meer aan herkennen?

Slide 16 - Question ouverte

Welke signaalwoorden kun je gebruiken om een tegenstelling aan te geven?
A
Tegenover, toch
B
Tegenover, toch, maar
C
Tegenover, toch, maar, echter
D
Tegenover, toch maar, echter, hoewel

Slide 17 - Quiz

Welke signaalwoorden kun je gebruiken om een tegenstelling aan te geven?

Slide 18 - Question ouverte

Maak de zin af: Een feit kun je ...

Slide 19 - Question ouverte

Maak de zin af: Een mening of standpunt is iets dat iemand...

Slide 20 - Question ouverte

Aan welke woorden kun je een mening herkennen?

Slide 21 - Question ouverte

Maak de zin af: Als iemand zegt waarom hij iets vindt, gebruikt hij een...

Slide 22 - Question ouverte

Aan welke signaalwoorden kun je een argument herkennen?

Slide 23 - Question ouverte

Aan welke drie dingen kun je onder meer zien of een tekst betrouwbaar is?

Slide 24 - Question ouverte

Een schrijver wil dat zijn tekst door een bepaalde groep mensen gelezen wordt. Hoe noem je deze groep? Zijn...

Slide 25 - Question ouverte

Aan welke vier dingen kun je zien voor welk publiek een tekst bedoeld is?

Slide 26 - Question ouverte

Afsluiting
Je hebt nu de alle theorie kort behandeld. Het is goed om de theorie wel nog te leren, omdat hij uitgebreider in het boek staat. Ik wil je bedanken voor het afgelopen jaar. Ik heb van jou geleerd, ik hoop dat je ook een beetje van mij hebt geleerd. 

Veel succes met de toets en alvast een hele fijne vakantie!
Groetjes,
Meneer Zwart

Slide 27 - Diapositive