Les 5, formatief SO + F lire (26-11) 2havo

• Frans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Pak je werkboek, aantekeningenschrift en etui.

Ga lezen in je Nederlands boek, ga verder met een woordzoeker, neem nog even de woorden/gram door uit het boek

Aujourd'hui, c'est mardi

H2A

Le programme:

- Overhoring leerwerk

- Stencil bijvoeglijk naamwoord bespreken

- F, lire

Les buts (leerdoelen):

- Aan het einde van de les heb je een check gehad van het leerwerk

- Aan het einde van de les ken je woorden die te maken hebben met wonen en kun je ze gebruiken

Est-ce que tout le monde est présent?

- Zijn we compleet? Wie missen we?

Toets leerwerk:

Wat? Schuif de tafels uit elkaar en zorg dat je tafel leeg is.

Je maakt de overhoring

Klaar? Let de toets omgedraaid op je tafel aan ga zelfstandig in stilte aan de slag met de volgende opdrachten: ex. 24AB + 25AB + 26A = huiswerk.

Snap je iets niet? Ga ondertussen verder met wat je wel begrijpt.

Voor deze toets krijg je een O/V/G.

Au travail: 

Quoi? Fais exercice 24AB + 25AB + 26A

Prêt? Slim Stampen vocabulaire F (oortjes mee? beluister de audio tijdens Slim Stampen) / bezig voor ander vak

Kijk het stencil van het bijvoeglijk naamwoord zelf na. Antwoorden komen in Studiewijzer

Extra uitleg grammaire D

Probeer eens zelf.....

1) Ce sont les ............... jeans ............ (noir)

2) Je connais la ............... fille .......... (grand)

3) Vous aimez le ................ café ..................... (vieux)

4) Tu as un ............. appartement .......... (petit)

Gebruik het stappenplan om antwoord te geven op de vragen!

Probeer eens zelf.....

1) Ce sont les ............... jeans noirs (noir)

2) Je connais la grande fille .......... (grand)

3) Vous aimez le vieux café ..................... (vieux)

4) Tu as un petit appartement .......... (petit)

Gebruik het stappenplan om antwoord te geven op de vragen!

Les devoirs (huiswerk):

- Afmaken = 24AB + 25AB + 26A

- Apprendre = vocabulaire F (beluister thuis 2x het audiofragment van vocabulaire F in de Studiewijzer)

Uitspraak vocabulaire F:

Je hoort het audiofragment van vocabulaire F. Klassikaal herhaal je het Franse woord. Iedereen doet mee.

Welke woorden vallen je op? Waarom?

Au travail:

Quoi (wat)? Fais exercice 2B, 4, 6ABC en 7A

Comment (hoe)? Individuellement ou ensemble en 2 (fluisteren)

Temps (tijd)? Tot het einde van de les

Prêt (klaar)? Apprendre vocabulaire A (Slim stampen)

Toets leerwerk:

Wat? Schuif de tafels uit elkaar en leg 2 pennen (2 kleuren) op tafel. 

1) Je maakt de overhoring. Klaar? Ga lezen / verder met woordzoeker.

2) Als iedereen klaar is, worden de toetsen willekeurig uitgedeeld en je gaat elkaars toets nakijken en verbeteren a.d.h.v. het werkboek.

3) Klaar met verbeteren en nakijken? Lever de toets voorin in. Ga aan de slag met de opdrachten die op het bord staan (ex. 22, 23ABC, 24, 25AB)

De volgende les krijg je de toets terug en bewaar je de toets.