Ma 5 februari meervoud zelfstandige naamwoorden
1 / 12
La durée de la leçon est: 30 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Lien
Als zelfstandige naamwoorden in het meervoud staan, is het lidwoord:....
A
de
B
het
C
een
D
deze
Slide 6 - Quiz
Welke van de onderstaande zinnen zijn waar?
A
het zn is een mens, dier, ding, land of plant
B
eigennamen zijn geen zelfstandige naamwoorden
C
van een zn kun je geen verkleinwoord maken
D
een zn kun je in het meervoud zetten
Slide 7 - Quiz
Ik kan zelfstandige naamwoorden in het meervoud zetten?
A
Ja
B
Nee
Slide 8 - Quiz
Zelfstandig naamwoorden met de uitgang -ie kunnen in de meervoud eindigen op een -s, -iën of -ieën.
Als het zn in de meervoud eindigt op een -n dan schrijf je sowieso een . Soms komt er ook een extra
Als het zn in de meervoud eindigt op een -n dan schrijf je sowieso een . Soms komt er ook een extra
Dit hangt af van de . Als die namelijk op de laatste valt, dan komt er schrijf je een extra -e.
Vul de tekst aan met de juiste woorden
timer
1:00
lettergreep
-e
klemtoon
trema
Slide 9 - Question de remorquage
zelfstandig naamwoord
(enkelvoud)
zelfstandig naamwoord
(meervoud)
zelfstandig naamwoord
(verkleinwoord)
hond
honden
hondje
werk
werkje
tafels
foutje
toetsen
liefde
Slide 10 - Question de remorquage
zelfstandig naamwoord
(enkelvoud)
zelfstandig naamwoord
(meervoud)
zelfstandig naamwoord
(verkleinwoord)
hond
honden
hondje
werk
werkje
tafels
foutje
toetsen
liefde
