Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
L1 Taalbeschouwing: zinsleer
pag. 14
deel 2 : zinsleer
1 / 49
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
Secundair onderwijs
Cette leçon contient
49 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
50 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
pag. 14
deel 2 : zinsleer
Slide 1 - Diapositive
Zinsleer
persoonsvorm (pv)
onderwerp (o)
WWG of NWG bepalen
naamwoordelijk deel (NWD)
lijdend voorwerp (LV)
meewerkend voorwerp (MV)
bepaling (B)
pag. 438
Slide 2 - Diapositive
woordleer
zinsleer
Een zinsdeel kan uit verschillende woorden bestaan.
Bij woordleer benoem je elke woord apart.
Slide 3 - Diapositive
Zinsleer is als een puzzel, maar met een
vaste
volgorde.
Hoe begin je eraan?
Slide 4 - Diapositive
Stap 1: Zoek de PV
Slide 5 - Diapositive
Wat is dan de PV in volgende zin?
"Waarom wil 4H-MWc morgen niet gaan zwemmen in de Wezenberg?"
A
4H-MWc
B
wil
C
zwemmen
D
gaan
Slide 6 - Quiz
Stap 1: zoek de PV
Tip:
1. Stel een ja/nee-vraag.
2. Als de zin al een vraag is, zet je het in de verleden tijd.
Bv.: 'Waarom wou 4H-MWc morgen niet gaan zwemmen in de Wezenberg?
Slide 7 - Diapositive
Stap 2: Zoek het O
Slide 8 - Diapositive
Zoek het O.
' Deze ochtend is de wekker van Zerda jammer genoeg niet afgegaan.'
A
Deze ochtend
B
de wekker van Zerda
C
jammer genoeg
D
Zerda
Slide 9 - Quiz
Wanneer is de les van Nederlands eigenlijk gedaan?
A
de les
B
de les van Nederlands
Slide 10 - Quiz
Zin opsplitsen in zinsdelen
Alles wat je voor de PV kan zetten = 1 zinsdeel
- > het moet wel een correcte zin zijn.
Ik /
ga
/morgen /lopen / in het bos.//
Morgen
ga
ik lopen in het bos.
Lopen
ga
ik morgen in het bos.
In het bos
ga
ik morgen lopen.
Slide 11 - Diapositive
Stap 3a: bepaal WWG of NWG
Slide 12 - Diapositive
Stap 3b: bepaal WWG of NWG
z
ijn,
w
orden,
b
lijken,
b
lijven,
l
ijken,
s
chijnen
Slide 13 - Diapositive
Marwan keek twijfelachtig naar het bord toen de leerkracht hem de zin liet ontleden.
A
NWG
B
WWG
Slide 14 - Quiz
Layla is altijd heel sterk geweest in zinsleer.
A
NWG
B
WWG
Slide 15 - Quiz
Yara zal nooit of te nimmer plezier beleven aan zinsleer.
A
NWG
B
WWG
Slide 16 - Quiz
Rahma was opgetogen bij het vooruitzicht dat zij de volgende zin mocht ontleden.
A
NWG
B
WWG
Slide 17 - Quiz
Stap 4: Is er een LV?
WWG!
Slide 18 - Diapositive
Marzai geeft Sarah haar boek.
A
Marzai
B
Sarah
C
haar boek
D
geeft
Slide 19 - Quiz
Desiree en Selma dienden hun taak op donderdag niet in.
A
Desiree en Selma
B
hun taak
C
op donderdag
D
niet
Slide 20 - Quiz
Stap 5: Is er een MV?
Slide 21 - Diapositive
Fatima roept steeds het juiste antwoord voor heel de klas.
A
steeds
B
het juiste antwoord
C
de klas
D
voor heel de klas
Slide 22 - Quiz
Oscar fluistert Ikra het goede antwoord toe.
A
Oscar
B
Ikra
C
antwoord
D
het goede antwoord
Slide 23 - Quiz
Stap 6: Is er een B?
Slide 24 - Diapositive
Lainisha heeft gisteren haar agenda verloren in de klas van meneer Geerts.
A
gisteren
B
haar agenda
C
verloren
D
in de klas van meneer Geerts
Slide 25 - Quiz
Vorig jaar zaten Roza en Nourya niet in dezelfde klas tijdens Nederlands.
A
Vorig jaar
B
niet
C
in dezelfde klas
D
tijdens Nederlands
Slide 26 - Quiz
Wil je nog meer theorie?
--> meer theorie vind je in het kennisoverzicht (Diddit).
Slide 27 - Diapositive
samenvatting zinsdelen
Het schema vind je op: Smartschool/vakken/documenten/hulpmiddelen
Slide 28 - Diapositive
Ontleed de zin:
Misschien moet je de leerkracht die vraag stellen als zij terug is.
Slide 29 - Diapositive
Ontleed de zin:
Misschien / moet /je / de leerkracht /die vraag /stellen /als zij terug is.//
WWG
B PV/HWW O MV LV ZWW/INF B
Slide 30 - Diapositive
Ontleed de zin:
Wanneer de bel klinkt in de gangen schrikt Najoua op.
Slide 31 - Diapositive
Ontleed de zin:
Wanneer de bel klinkt in de gangen / schrikt / Najoua /op.//
WWG
B PV/ZWW O ADPV
Afgescheiden deel van de persoonsvorm
--> opschrikken, opsluiten, aflaten,...
Slide 32 - Diapositive
De 6 stappen van zinsontleding
1. Zoek de PV.
2.Zoek het O?
3. Bepaal WWG/NWG.
4. Is er een LV?
5. Is er een MV?
6. Is er een B?
1. Stel een ja/nee-vraag. (of zet in VT)
2 Wie/Wat +PV(+alle werkwoorden)?
3.Bepaal of er ZWW/KWW/HWW zijn.
4. Wie/Wat +WWG+O?
5. Aan wie/wat + PV+O?
6. Hoe? Wanneer? Waar? Waarom?
Slide 33 - Diapositive
Ontleed de zin:
Hawa heeft zich per ongeluk opgesloten in de meisjestoiletten.
Slide 34 - Diapositive
Ontleed de zin:
Hawa / heeft / zich / per ongeluk / opgesloten / in de meisjestoiletten.//
WWG
O PV/ HWW
WKVNW
B ZWW/VD B
wederkerend voornaamwoord
-> hoort bij een werkwoord (zich opsluiten, zich wassen, zich vergissen ...)
Slide 35 - Diapositive
Groepjes van 4
Neem pen en papier.
Slide 36 - Diapositive
Ontleed de zin
Duitse school /verbiedt/ joggingsbroeken.//
O+PV(zww)+ LV
Klaar? steek je papier in de lucht
Slide 37 - Diapositive
Ontleed de zin
Ik / schrok / me / dood / toen ik het las.//
Slide 38 - Diapositive
Ontleed de zin
BTS /maakt / na legerdienst/ comeback met alle leden.//
Slide 39 - Diapositive
Maak nu zelf een zin met volgende zinsdelen:
B+PV+O+B
O+PV+NWD+B
B+PV+O+LV+INF/ZWW
B+PV+O+LV+MV+INF/ZWW
timer
1:00
Slide 40 - Diapositive
pag. 14
duo
Slide 41 - Diapositive
Slide 42 - Diapositive
Oefenen maar!
Cursus p. 14-15: oefening 2 en 3 (verbetering op SS)
Vervolgoefening cursus pag. 16-17: oefening 2 en 3
Oefenen voor test: Bookwidget zinsontleding oefening
Oefenen voor test: Diddit (aanmelden)
Slide 43 - Diapositive
Oefening 4: teksten verbeteren
Slide 44 - Diapositive
Verander de zin zodat het niet met een O begint.
Jongeren zijn
niet meer wat ze twintig of dertig jaar geleden waren.
Tegenwoordig
zijn jongeren
niet meer wat ze twintig of dertig jaar geleden waren.
Slide 45 - Diapositive
Verander de zin zodat het niet met een O begint.
Zij bepalen
voor een groot stuk waar hun ouders geld aan uitgeven, dat is uit onderzoek gebleken.
Uit onderzoek is gebleken dat
zij
voor een groot stuk
bepalen
waar hun ouders geld aan uitgeven.
Slide 46 - Diapositive
Oefening 5: zet de mededelende zin om naar een vraagzin, bevelende of uitroepende zin.
Slide 47 - Diapositive
Zet de mededelende zin om naar een vraagzin, bevelende of uitroepende zin.
Veel jongeren vinden het moeilijk om vroeg op te staan.
Vind jij het ook moeilijk om vroeg op te staan?
Slide 48 - Diapositive
Zet de mededelende zin om naar een vraagzin, bevelende of uitroepende zin.
Misschien is dat ook voor jou beter. Je kunt het voorleggen in de leerlingenraad.
Zou dat iets voor jou zijn? Leg het voor aan de leerlingenraad!
Slide 49 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
Taalbeschouwing zinsleer + woordleer
Septembre 2024
- Leçon avec
41 diapositives
Nederlands
Secundair onderwijs
L3 Taalbeschouwing: zinsleer
Septembre 2024
- Leçon avec
48 diapositives
Nederlands
Secundair onderwijs
Zinsleer 2: Zinsdelen
il y a 29 jours
- Leçon avec
49 diapositives
Nederlands
Secundair onderwijs
Taalbeschouwing zinsleer + woordleer
Septembre 2024
- Leçon avec
53 diapositives
Nederlands
Secundair onderwijs
Zinsleer - herhaling
Mai 2023
- Leçon avec
15 diapositives
Nederlands
Secundair onderwijs
L11 Zinsdelen
Avril 2024
- Leçon avec
49 diapositives
Nederlands
Secundair onderwijs
Zinsleer - herhaling
Septembre 2024
- Leçon avec
15 diapositives
Nederlands
Secundair onderwijs
L17 Zinsdelen
Avril 2024
- Leçon avec
49 diapositives
Nederlands
Secundair onderwijs